Engelse werkwoorden (1)

Werkwoordspelling - Engelse werkwoorden
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Werkwoordspelling - Engelse werkwoorden

Slide 1 - Slide

timer
1:00
Welke engelse termen of begrippen worden veel gebruikt in de wereld van marketing en communicatie?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Agenda
Terugblik
Lesdoelen
  • Kwalificatiedossier
Instructie
Aan de slag
Evaluatie doelen
Evaluatie les

Slide 5 - Slide

Het woord kofschip gebruik je als ezelsbruggetje om tot de juiste vervoeging van werkwoorden in de verleden tijd te komen?
timer
0:20
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

De eerste stap om tot de juiste vervoeging van zwakke werkwoorden in de verleden tijd is:
timer
0:30
A
Direct naar de stam gaan
B
EN van het hele werkwoord eraf halen
C
Kijken naar de laatste letter van het werkwoord in de zin
D
Ik maak van het zwakke werkwoord een sterk werkwoord

Slide 7 - Quiz

Lesdoelen
  • Aan het einde weet je Engelse werkwoorden te benoemen die in de Nederlandse taal gebruikelijk zijn.
  • Aan het einde van de les kan je Engelse werkwoorden in de tegenwoordige- en verleden tijd op correcte wijze vervoegen.
  • Aan het einde van de les kan je Engelse werkwoorden op correcte wijze als voltooid deelwoord vervoegen. 

Slide 8 - Slide

Waarom zijn deze doelen belangrijk voor de opleiding marketing en communicatie?
 Kerntaak 1:
  • B1- K1: Assisteert bij het opstellen van operationele plannen ter uitwerking van het marketing- en communicatiebeleid

Kerntaak 2:
  • B1 -K2: Verzorgt on- en offline marketing- en communicatievraagstukken

  • B1-K2-W3:Stelt een projectplan op voor de oplossing van marketing- en communicatievraagstukken
  • B1-K2-W6: Ontwikkelt en beheert voorlichting-, promotie en PR-materiaal
  • B1-K2-W7: Verzorgt de informatie op internet en intranet en onderhoudt de website

Slide 9 - Slide

Welke regels pas je toe bij de vervoeging van Engelse werkwoorden in het Nederlands? Gebruik in je uitleg een voorbeeld van een Engels werkwoord.
timer
1:00

Slide 10 - Open question

Instructie
Laat de Engelse uitgangs-e staan, als je uitspraakproblemen krijgt: 

  • Saven - Ik save - savede
  • Timen - ik time - ik timede
  • Updaten - ik update - ik updatete

Slide 11 - Slide

Vorig jaar ........ (backpacken) Monique en Carla de hele zomer door Thailand.
timer
0:30
A
Backpackden
B
Backpackde
C
Backpackten
D
Backpackte

Slide 12 - Quiz

De teamleden ..... ..(brainstormen) eerder vandaag over het skills heroes evenement.
timer
0:30
A
brainstormde
B
brainstormden
C
brainstormen
D
vlogd

Slide 13 - Quiz

Hij ....... (deleten) gisteren al zijn bestanden van zijn laptop.
timer
0:30
A
delette
B
deletete
C
Deletde
D
Deleteten

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Schrijf het voltooid deelwoord van de werkwoorden breakdancen / downloaden / upgraden op.
timer
1:00

Slide 16 - Open question

Aan de slag met opdracht 1

Had je tijdens de oefentoets een score van meer dan 75%

Maak opdracht 1

(Ga naar de chatfunctie en klink de link aan)

Noteer je antwoorden in het word-document


Danique
Matthijs
Bram
Kyra

Slide 17 - Slide

Aan de slag met opdracht 2

Had je tijdens de oefentoets een score tussen de 70% en 75%?
 
Maak opdracht 2
(Ga naar de chatfunctie en klink de link aan)

Noteer je antwoorden in het word-document
Aiman
Stephan
Jesse
Daan
Bas
Allon
Jeremy 
Timo
Robin
Jibbe
Zeceria

Slide 18 - Slide

Aan de slag met opdracht 3

Had je tijdens de oefentoets een score van minder dan 70% ?

Maak opdracht 3 (Ga naar de chatfunctie en klink de link aan)

Noteer je antwoorden in het word-document

Ik geef zo nog even een korte uitleg
Jessey
Rabia
Renzo
Megan
Lejaina
Marijn
Jevien
Sheng

Slide 19 - Slide

Schrijf de ik-vorm van de werkwoorden relaxen / whatsappen en upgraden in de verleden tijd op.
timer
1:30

Slide 20 - Open question

Huiswerk
  • Klaar met de opdrachten?
  • Upload je antwoorden in Teams / huiswerkopdrachten
  • Antwoorden bespreken tijdens de volgende les in tweetallen.

Slide 21 - Slide

Lesdoel 1

  • Aan het einde weet je Engelse werkwoorden te benoemen die in de Nederlandse taal gebruikelijk zijn.


Slide 22 - Slide

Lesdoel 2

Aan het einde van de les kan je Engelse werkwoorden in de tegenwoordige- en verleden tijd op correcte wijze vervoegen.

Slide 23 - Slide

Lesdoel 3

Aan het einde van de les kan je Engelse werkwoorden op correcte wijze als voltooid deelwoord vervoegen. 


Slide 24 - Slide

Noteer in een tip en een top wat je van de les vond (thank you :)...)

Slide 25 - Open question