Engelse werkwoorden (1)

Werkwoordspelling - Engelse werkwoorden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Werkwoordspelling - Engelse werkwoorden

Slide 1 - Slide

timer
1:00
Welke engelse termen of begrippen worden veel gebruikt in de wereld van marketing en communicatie?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Agenda
Terugblik
Lesdoelen
  • Kwalificatiedossier
Instructie
Aan de slag
Evaluatie doelen
Evaluatie les

Slide 5 - Slide

Het woord kofschip gebruik je als ezelsbruggetje om tot de juiste vervoeging van werkwoorden in de verleden tijd te komen?
timer
0:20
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

De eerste stap om tot de juiste vervoeging van zwakke werkwoorden in de verleden tijd is:
timer
0:30
A
Direct naar de stam gaan
B
EN van het hele werkwoord eraf halen
C
Kijken naar de laatste letter van het werkwoord in de zin
D
Ik maak van het zwakke werkwoord een sterk werkwoord

Slide 7 - Quiz

Lesdoelen
  • Aan het einde weet je Engelse werkwoorden te benoemen die in de Nederlandse taal gebruikelijk zijn.
  • Aan het einde van de les kan je Engelse werkwoorden in de tegenwoordige- en verleden tijd op correcte wijze vervoegen.
  • Aan het einde van de les kan je Engelse werkwoorden op correcte wijze als voltooid deelwoord vervoegen. 

Slide 8 - Slide

Waarom zijn deze doelen belangrijk voor de opleiding marketing en communicatie?
 Kerntaak 1:
  • B1- K1: Assisteert bij het opstellen van operationele plannen ter uitwerking van het marketing- en communicatiebeleid

Kerntaak 2:
  • B1 -K2: Verzorgt on- en offline marketing- en communicatievraagstukken

  • B1-K2-W3:Stelt een projectplan op voor de oplossing van marketing- en communicatievraagstukken
  • B1-K2-W6: Ontwikkelt en beheert voorlichting-, promotie en PR-materiaal
  • B1-K2-W7: Verzorgt de informatie op internet en intranet en onderhoudt de website

Slide 9 - Slide

Welke regels pas je toe bij de vervoeging van Engelse werkwoorden in het Nederlands? Gebruik in je uitleg een voorbeeld van een Engels werkwoord.
timer
1:00

Slide 10 - Open question

Instructie
Laat de Engelse uitgangs-e staan, als je uitspraakproblemen krijgt: 

  • Saven - Ik save - savede
  • Timen - ik time - ik timede
  • Updaten - ik update - ik updatete

Slide 11 - Slide

Vorig jaar ........ (backpacken) Monique en Carla de hele zomer door Thailand.
timer
0:30
A
Backpackden
B
Backpackde
C
Backpackten
D
Backpackte

Slide 12 - Quiz

De teamleden ..... ..(brainstormen) eerder vandaag over het skills heroes evenement.
timer
0:30
A
brainstormde
B
brainstormden
C
brainstormen
D
vlogd

Slide 13 - Quiz

Hij ....... (deleten) gisteren al zijn bestanden van zijn laptop.
timer
0:30
A
delette
B
deletete
C
Deletde
D
Deleteten

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Schrijf het voltooid deelwoord van de werkwoorden breakdancen / downloaden / upgraden op.
timer
1:00

Slide 16 - Open question

Schrijf de ik-vorm van de werkwoorden relaxen / whatsappen en upgraden in de verleden tijd op.
timer
1:30

Slide 17 - Open question

Huiswerk
  • Studiemeter: Engelse werkwoorden  

Slide 18 - Slide

Lesdoel 1

  • Aan het einde weet je Engelse werkwoorden te benoemen die in de Nederlandse taal gebruikelijk zijn.


Slide 19 - Slide

Lesdoel 2

Aan het einde van de les kan je Engelse werkwoorden in de tegenwoordige- en verleden tijd op correcte wijze vervoegen.

Slide 20 - Slide

Lesdoel 3

Aan het einde van de les kan je Engelse werkwoorden op correcte wijze als voltooid deelwoord vervoegen. 


Slide 21 - Slide