Abraham offert Izaak / formatieve quiz

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Welkom bij 4Grieks!

Wat gaan we doen?

Abraham offert Izaak -

Formatieve quiz

Test jezelf

Ga naar Lesson Up en log in met onderstaande code

Hoe heb je je voorbereid op deze les? Kies wat het meest van toepassing is.

1. Goed meegedaan tijdens de lessen
2. Vertaling doorgelezen
3. Tekst + vertaling herhaald
4. Aantekeningen herhaald

Hoe denk je deze quiz te gaan maken?

😒🙁😐🙂😃

https:

Pope Francis’ prays for the children of Abraham

Van welke religie(s) is Abraham een aartsvader?

1. Jodendom
2. Jodendom en Christendom
3. Islam
4. Jodendom, Christendom en Islam

Wat is NIET waar? Het verhaal van Abraham en Izaak is te lezen in ...

1. De Tora
2. De Tenach
3. Het Oude Testament
4. Exodus

In welke taal is het verhaal van Abraham en Izaak oorspronkelijk geschreven?

1. Hebreeuws
2. Koine Grieks
3. Attisch Grieks
4. Latijn

Hoe heet de Griekse vertaling waarin wij het verhaal van Abraham lezen?

Waar kwam deze Griekse vertaling tot stand?

1. Israel
2. Babylonië
3. Egypte
4. Milete

Wat betekent koine in koine-grieks?

1. gemeenschappelijk
2. dialect-
3. heilig
4. hellenistisch

Pak nu je Griekse tekst

We gaan ze klassikaal bespreken

r1 μετὰ ταῦτα : waarnaar verwijst ταῦτα NIET?

1. God sluit een verbond met Abraham
2. Sarah krijgt op 50jarige leeftijd haar eerste kind
3. Abraham stuurt zijn zoon de woestijn in
4. God belooft Abraham een groot nageslacht

r1 ἐπείραζεν: welke vertaling is juist (kijk goed naar de werkwoordstijd!)

1. hij begon op de proef te stellen
2. hij zou op de proef stellen
3. hij was op de proef aan het stellen
4. hij heeft eens op de proef gesteld

Vergelijk: r2-3 Λάβε τὸν υἱόν σου τὸν ἀγαπητὸν, ὃν ἠγάπησας.NBV:"Roep je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt."

1. 1 verschil
2. 2 verschillen
3. 3 verschillen
4. 4 verschillen

r5 Ἀναστὰς.
Welke bewering is NIET waar?

1. Het is een actieve vorm
2. Het is een participium
3. Het is een nominativus
4. Het is een aoristus

Bekijk r5-7: welk woord verwijst NIET naar Abraham?

1. r5 αὐτοῦ
2. r5 ἑαυτοῦ
3. r7 ὃν
4. r7 αὐτῷ

Sleep de 7 werkwoordsvormen naar hun basiswoord

λεγω

ὁραω   

φερω   

ἐρχομαι

ένεγκον

ἦλθεν

Ἰδού

ελευσόμεθα

εἴπω

ὄψεται

εἴδεν

Bij welke regel hoort deze illustratie?
(vul alleen het nr in)

Wat ontbreekt in het plaatje?

1. r12 τὴν μάχαιραν
2. r14 τὸ πῦρ
3. r14 τὰ ξύλα
4. r14 τὸ πρόβατον

Welke coniunctivus?

adhortativus

futuralis

prohibitivus

r10 ἀναστρέψωμεν

r4 εἴπω

r22 ποιήσῃς

Welk element in het schilderij komt niet overeen met r18-25?

1. de engel uit de hemel
2. Isaak op het altaar
3. Abraham met het mes
4. de ram in het struikgewas

Welke vorm is GEEN dativus in r22-24?

1. r22 αὐτῷ
2. r22 φοβεῖ
3. r23 τοῖς ὀφθαλμοῖς
4. r24 φυτῷ

Ἀβραὰμ

Ἰσαὰκ

κριὸς

ὁ θεὸς

παῖδες

ὄνος

Wat is denk je de moraal van het Abraham-verhaal?

Hoe heb je deze quiz voor jouw gevoel gemaakt?

😒🙁😐🙂😃

Wat ga je extra doen ter voorbereiding op je toets in de toetsweek?

Tot de volgende les!

vandaag het 7e uur, straks na de lunchpauze

Een offer uit de antieke mythologie

• wie is de vader?
  
• wie wordt geofferd?
  
• voor welke godin?
• overeenkomst met Abraham en Izaak
  
• verschil met Abraham en Izaak