Woordenschat - Figuurlijk taalgebruik

Figuurlijk taalgebruik

1 / 13

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Figuurlijk taalgebruik

Slide 1 - Slide

Deze les

Uitleg figuurlijk taalgebruik

Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Je leert wat figuurlijk taalgebruik is.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Figuurlijk taalgebruik

Slide 5 - Slide

Figuurlijk taalgebruik

Er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat

Slide 6 - Slide

Woordenboek

Als je een uitdrukking niet begrijpt, kan je het opzoeken in een woordenboek.

Zoek dan bij het belangrijkste woord in het woordenboek.

Slide 7 - Slide

De appel valt niet ver van de boom

Slide 8 - Open question

Blind vertrouwen op iemand

Slide 9 - Open question

Brood op de plank hebben

Slide 10 - Open question

Een kat in de zak kopen

Slide 11 - Open question

Aan de slag

Slide 12 - Slide

Evaluatie

Wat is figuurlijk taalgebruik?
Wat moet je doen als je een uitdrukking niet begrijpt?

Slide 13 - Slide

Woordenschat - Figuurlijk taalgebruik

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

More lessons like this

Woordenschat - Figuurlijk taalgebruik

Woordenschat - Figuurlijk taalgebruik

Woordenschat H2 - T2 - Figuurlijk taalgebruik

Woordenschat H2 - T2 - Figuurlijk taalgebruik

Woordenschat - Figuurlijk taalgebruik - les 2

Woordenschat H2 - T2 - Figuurlijk taalgebruik

2 .11 Woordenschat

Woordenschat H2 - T2 - Figuurlijk taalgebruik