1.3 Weet wat je nodig hebt deel 2

Welkom, ga zitten
maak startopdracht in stilte en
leg je huiswerk open op tafel
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom, ga zitten
maak startopdracht in stilte en
leg je huiswerk open op tafel

Slide 1 - Slide

1.3 Weet wat je nodig hebt
Deel 2

Slide 2 - Slide

Programma
  1. Herhaling door huiswerk bespreken
  2. Uitleg rekenen
  3. Maken opdrachten rekenen
  4. Vooruitblik

Slide 3 - Slide

Na deze les weet je...
  • Wat voor behoeften je kunt hebben.
  • Waardoor mensen verschillende behoeften hebben
  • Wat het verschil is tussen goederen en diensten
  • Hoe je in je behoeften kunt voorzien.
  • Hoe je met procenten een tal kunt berekenen.

Slide 4 - Slide

Basisbehoeften: 
voeding, kleding, onderdak
Overige behoeften: Alles wat je leven aangenamer maakt

Slide 5 - Slide

Behoeften verschillen
  • Hoeveel geld je kunt uitgeven
  • Je leeftijd
  • Je gender
  • Waar je woont
  • Je smaak

Slide 6 - Slide

Tastbaar of niet?
Goederen
Diensten

Slide 7 - Slide

Goederen 
Verbruiksgoederen
Gebruiksgoederen

Slide 8 - Slide

Voorzien in je behoeften
Iets kopen of laten doen, noem je consumeren.
Maar... je kunt het ook zelf doen, dan heet het zelfvoorziening.


Slide 9 - Slide

Rekenen met procenten
We gebruiken een verhoudingstabel!

Hoeveel is 65% van 120?
Kijk naar het bord en schrijf mee!

Slide 10 - Slide

Hoeveel procent is alles?
A
10
B
50
C
80
D
100

Slide 11 - Quiz

Opdrachten 1.3 maken
Ga naar bladzijde 24 van je boek
Lees de leerdoelen door en gebruik de uitleg
Geef antwoord op vraag 11 t/m 18 op bladzijde 24 t/m 25

Tijdens het maken van de opdrachten is het 15 minuten stil
Steek je vinger op als je een vraag hebt!
Klaar? Ga dan verder met de herhalings- of plusopdrachten 

Slide 12 - Slide

Heb je dit echt geleerd?
  • Wat voor behoeften je kunt hebben.
  • Waardoor mensen verschillende behoeften hebben
  • Wat het verschil is tussen goederen en diensten
  • Hoe je in je behoeften kunt voorzien.
  • Hoe je met procenten een tal kunt berekenen.

Slide 13 - Slide

Wat iemand echt nodig heeft om te leven noem je...
A
Basisbehoeften
B
Overige behoeften

Slide 14 - Quiz

Spullen die je kunt kopen noem je
A
Diensten
B
Goederen

Slide 15 - Quiz

Als je zelf in je behoeften kunt voorzien noem je dat...
A
Consumeren
B
Zelfvoorziening

Slide 16 - Quiz

Vooruitblik
De volgende les gaat over: 1.4 Weet wat je koopt

Huiswerk: opdracht 11 t/m 18 van paragraaf 1.3

Bedankt voor je aandacht!


Slide 17 - Slide