Havo 4: Hoofdstuk 7 Soorten en relaties (7.5)

H7 Soorten en relaties
Binas, boek, laptop en smartphone
Lessonup.app --> pincode
Terugblik 7.1 t/m 7.4
7.5: Voedselketens


1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H7 Soorten en relaties
Binas, boek, laptop en smartphone
Lessonup.app --> pincode
Terugblik 7.1 t/m 7.4
7.5: Voedselketens


Slide 1 - Slide

De Coloradokever leeft onder andere op de Aardappel (Solanum tuberosum L.), op de Tomaat (Solanum lycopersum L.) en op Bitterzoet (Solanum dulcamara L.).
Behoren deze planten tot hetzelfde genus (geslacht)? En tot dezelfde soort?
A
alleen tot hetzelfde genus
B
alleen tot dezelfde soort
C
zowel tot hetzelfde genus en tot dezelfde soort

Slide 2 - Quiz

De larve van de nachtvlinder heeft een groot aantal bacteriën in zijn verteringskanaal. Deze bacteriën spelen een belangrijke rol bij de vertering van het voedsel van de larven
Met welke biologische term wordt de relatie tussen de larve en de bacteriën aangeduid?
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme

Slide 3 - Quiz

1: alle abiotische factoren in een bepaald heidegebied.
2: alle dieren die in Nederland leven, in samenhang met de plantengroei.
3: alle eekhoorns in een loofbos, in samenhang met de bomen.
4: alle organismen die in een bepaald meertje leven, in samenhang met de abiotische factoren.

Welke bewering gaat over een ecosysteem?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

7.5: Leerdoel
Je leert welke voedselrelaties er in een ecosysteem zijn
Herbivoren, carnivoren, omnivoren, producenten, consumenten, reducenten, heterotrofe organismen, autotrofe organismen

Slide 5 - Slide

7.5 Leerdoel
Je leert hoe de energiestroom in een ecosysteem verloopt
Kinetische energie, warmte, chemische energie, biobrandstof, voedselketen, voedselweb, energiestroom, consumenten van de eerste, tweede, derde en latere orde, trofisch niveau 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Binas 93E1
1. Wat zijn de producenten? Hoe noem je deze organismen ook?
2. Noem een voorbeeld van een herbivoor
3. Noem een voorbeeld van een heterotroof organisme
3. Geef een voorbeeld van een voedselketen 
4. Noem een consument van de 1e, 2e, 3e en 4e orde

Slide 8 - Slide

Opdracht 9 blz 256

Een jonge zeeslak eet algen. Hij is
A
Omnivoor
B
Carnivoor
C
Herbivoor

Slide 9 - Quiz

Zoek op!

Welke stof produceren de chloroplasten voor de zeeslak?

Slide 10 - Open question

De muggen in het Londense metrostelsel zetten hun eitjes in het water af. De larven die uit deze eitjes komen, leven in het water. Door gebrek aan licht kan de voedselketen waar deze larven deel van uitmaken, hier niet met producenten beginnen.

Waarmee zal de voedselketen, waar de muggenlarven deel van uitmaken, beginnen?
A
met binnendringend regenwater en CO2
B
met organisch afval
C
met bloed van metroreizigers
D
met uit het beton vrijkomende zouten

Slide 11 - Quiz