This lesson contains 33 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Hallo
This is the place to bio
Slide 1 - Slide
Planning
1. Herhaling
2.Basisstof 2 (deel 1)
3. Zelfstandig werken
4. Afsluiten
Slide 2 - Slide
Herhaling
Bescherming: mechanische en chemische afweer
Slide 3 - Slide
Basisstof 2 Afweer
Je kunt de vormen van aangeboren afweer beschrijven
Slide 4 - Slide
Het imuunsysteem
aangeboren afweer; gericht tegen veel verschillende typen ziekteverwekkers, snelle eerste afweer tegen infectie
-> basis verworven afweer
verworven afweer; ontwikkel je gedurende je leven. Gericht tegen één type ziekteverwekker (alleen bij gewervelde dieren)
Slide 5 - Slide
Lymfoïde organen
Hebben een functie bij de opslag en het transport van witte bloedcellen
rode beenmerg, de thymus, de milt en de lymfeknopen
Rood beenmerg: verschillende type witte bleodcellen ontstaan uit stamcellen -> fagocyten (aa) en lymfocyten (va)
Binas 84l
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Granulocyten; reageren snel, binnen enkele minuten onschadelijk.
Lysosomen smelten samen, enzymen doden de bacterie.
(granulocyt vaak ook dood)
Monocyten; komen overal in het lichaam voor, een deel wordt opgeslagen in de milt andere deel via de bloedbaan naar weefsels.
-->
Fagocyten
Slide 8 - Slide
Macrofaag; als een monocyt in het weefselvloeistof komt, verandert het van vorm.
Kunnen meerdere pathogenen vernietigen.
Kan cytokinen afscheiden
Dendritische cellen;
vooral op plaatsen waar ziekteverwerkkers kunnen binnendringen.
Monocyten
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Maak opdracht 6 tot en met 8
Bladzijde 181-182
timer
10:00
Slide 11 - Slide
Aangeboren afweer
Fagocyten: granulocyten en monocyten
Monocyten: macrofagen en dendritische cellen
Herkennen ziekteverwekkers aan afwijkende antigenen
Fagocyteren ziekteverwekkers
Slide 12 - Slide
Granulocyt en macrofaag vallen indringer aan
Slide 13 - Slide
Fagocytose door fagocyten
Slide 14 - Slide
Antigeen-presenterende cel
Macrofagen (en andere fagocyten) herkennen indringers aan antigenen.
antigeen; een molecuul (eiwit) kan het imuunsysteem activeren. Zit op het celmembraan of een deel van de eiwitmantel.
Slide 15 - Slide
de macrofaag fagocyteert de ziekteverwekker --> de antigenen binden aan receptoren in het cytoplasma van de macrofaag.
Slide 16 - Slide
Volgende les gaan we verder
Beginnen bij verworven afweer
Slide 17 - Slide
Door naar de verworven afweer
APC presenteert de antigenen van ziekteverwekker aan lymfocyten
Slide 18 - Slide
T-lymfocyten; verplaatsen zich van het beenmerg naar de thymus waar ze zich verder ontwikkelen
B-lymfocyten; blijven in het beenmerg om te rijpen
Lymfocyten
Verplaatsen zich via het lymfevatenstelsel en komen terecht in milt en lymfeknopen
Slide 19 - Slide
Elke lymfocyt bezig een receptoreiwit
-> specifieke binding met het antigeen van één type ziekteverwekker.
Gevolg?
APC gaan in de lymfoïde organen op zoek naar de juiste B- of T-lymfocyt, alleen de juiste geactiveerd
T -> geïnfecteerde cellen opruimen / B-> buiten de cellen
Slide 20 - Slide
MHC-receptoren
binding tussen antigeen-specifieke receptor van lymfocyt en het antigeen van een ziekteverwekker kan alleen plaatsvinden als dat antigeen is gebonden aan een MHC-receptoreiwit.
Major Histocompatibility Complex
Binas 84l
Slide 21 - Slide
MHC-I-receptoren
komen voor aan de buitenkant van alle cellen met een celkern (mens)
presenteren enkele aminozuren van elk eiwit -> herkent als lichaamseigen
MHC-II-receptoren
alleen op macrofagen, dendritische cellen en geactiveerde B-cellen
Antigenen van gefagocyteerde ziekteverwekkers worden op deze receptoren gepresenteerd.
Slide 22 - Slide
Cellulaire respons
Koppeling zorgt voor het actief maken van T-cel, gaat zich veelvuldig delen
Slide 23 - Slide
T-lymfocyt actief
T helpercellen, activeren andere cellen immuunsysteem (B-lymfocyten en cytotoxische T-cellen
Cytotoxische T-cellen
ruimen grote aantallen met een virus geïnfecteerde lichaamscellen op, herkennan aan antigeen MHC-I
Slide 24 - Slide
T-helpercellen
geven cytokinen af al ze zich binden aan APC (zie afbeelding 17, bladzijde 185).
Bij de binding maken de Th-cellen gebruik van koppelingseiwitten -> CD4 bindt met MHC-II
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Cytotoxische T-cellen
geïnfecteerde cellen opruimen. Binden door koppelingseiwit CD8
Slide 27 - Slide
T-geheugencellen
Langlevende Th- en Tc cellen die bij de volgende infectie het antigeen direct herkennen.
cellulaire respons; vorm van afweer waarbij geïnfecteerde- of tumorcellen opgeruimd worden door T-cellen
Slide 28 - Slide
B-lymfocyten kunnen ook worden geactiveerd door Th-cellen, cytokinen of een APC
Binas 84k
Slide 29 - Slide
Antistoffen/Immunoglobulinen zijn eiwitten
Een antigeenmolecuul en een antistofmolecuul passen op elkaar als een sleutel op een slot -> antigeen-antistofcomplex