KA 7 - deel II

Het Romeinse imperium


KA 5 t/m 7
Deel 4

1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Het Romeinse imperium


KA 5 t/m 7
Deel 4

Slide 1 - Slide

Vorige les
  • Uit kunnen leggen hoe de Romeinen hun grote rijk bijeen wisten te houden
  • Pax Romana
  • Uit kunnen leggen waarom de Germanen het Romeinse rijk bedreigden
  • Het begrip Germanen
  • Het begrip barbaren

Oefenen: met tekstbronnen over KA7 (die lijken op bronnen in een toets)

Slide 2 - Slide

Deze les
  • De val van het Romeinse Rijk

Oefenen: interne en externe oorzaken

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide



Slide 6 - Slide

KA 11
Het einde van het Romeinse Rijk

Slide 7 - Slide


Het West-Romeinse Rijk valt
476




De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het vierde deel van de serie heet Destruction, en lijkt op de inval van Rome door de Vandalen (in 455)
Een dreigende lucht met donkere wolken.
Een gebroken schild
Van een standbeeld ontbreekt het hoofd
Een vrouw wordt in het water gegooid
Een noodbrug die op instorten staat
Een vernielde brug.
Een paleis staat in brand: je ziet de vlammen

Slide 8 - Slide


De Germanen
  • De Germanen komen uit Noord-Europa

  • In de 3e eeuw v.Chr. trokken steeds meer Germanen richting het zuiden

  • In Nederland woonden zij eerst in de gebieden die nu Friesland, Groningen, Drenthe en Overijsel zijn, maar later trokken zij ook naar het zuiden
In de 3e eeuw v.Chr komen Germaanse volken vanuit Denemarken naar Duitsland en Nederland. In het zuiden gaan ze tussen de Kelten wonen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

DOEN
A: De val van het Romeinse Rijk – Moord of Zelfmoord?
HOE?
1. Geef per oorzaak aan of het volgens jou een 
interne of een externe oorzaak is.
2. Je gaat elke oorzaak een cijfer geven:
1=de oorzaak die het minst belangrijk was voor de val van het Romeinse Rijk; 7=de oorzaak die het meest belangrijk was voor de val van het Romeinse Rijk.
     Let op: elk cijfer (1-2-3-4-5-6-7) geef je maar één keer!


Slide 12 - Slide