KA 1 t/m 7 afronden_2122

1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

De oudheid - afronden KA 1 t/m 7

Slide 2 - Slide

Vorige les
  • De val van het Romeinse Rijk
  • Het begrip Germanen
  • Het begrip barbaren

Oefenen: met bronnen

Slide 3 - Slide

Deze les
  • De val van het Romeinse Rijk
  • Quizvragen 

  • Oefenen KA-vraag, Oefenen bronvraag, Oefenen chronologievraag, oefenen eindexamenvraag
  • Oefenen: interne/externe oorzaak + gewicht geven aan oorzaken


Slide 4 - Slide



Slide 5 - Slide

KA 11
Het einde van het Romeinse Rijk

Slide 6 - Slide


Het West-Romeinse Rijk valt
476




De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het vierde deel van de serie heet Destruction, en lijkt op de inval van Rome door de Vandalen (in 455)
Een dreigende lucht met donkere wolken.
Een gebroken schild
Van een standbeeld ontbreekt het hoofd
Een vrouw wordt in het water gegooid
Een noodbrug die op instorten staat
Een vernielde brug.
Een paleis staat in brand: je ziet de vlammen

Slide 7 - Slide


De Germanen
  • De Germanen komen uit Noord-Europa

  • In de 3e eeuw v.Chr. trokken steeds meer Germanen richting het zuiden

  • In Nederland woonden zij eerst in de gebieden die nu Friesland, Groningen, Drenthe en Overijsel zijn, maar later trokken zij ook naar het zuiden
In de 3e eeuw v.Chr komen Germaanse volken vanuit Denemarken naar Duitsland en Nederland. In het zuiden gaan ze tussen de Kelten wonen

Slide 8 - Slide

Rond welke zee ontstond het Romeinse Rijk?
A
De Noordzee
B
De Middellandse Zee
C
De Zwarte Zee
D
De Baltische Zee

Slide 9 - Quiz

De Romeinen bouwden veel forten. Wat is een fort?
A
Een groot huis voor een edelman
B
Een nieuwe stad
C
Een soort kasteel waar soldaten in zitten
D
Een plek waar het leger overnacht

Slide 10 - Quiz

Waar bouwden de Romeinen deze forten?
A
Langs de grenzen
B
Langs de rivieren
C
Bij de steden
D
Langs de kust

Slide 11 - Quiz

De Romeinen veranderden veel in de veroverde gebieden. Wat gebeurde er niet?
A
De Romeinen bouwden nieuwe wegen
B
De Romeinen verkochten nieuwe spullen
C
De Romeinen verboden de oorspronkelijke godsdienst
D
De Romeinen brachten nieuwe kleding mee

Slide 12 - Quiz

Wie was de belangrijkste man in het Romeinse Rijk?
A
De beste generaal
B
De gladiator
C
De keizer
D
De rijke edelen

Slide 13 - Quiz

In wat voor huizen woonden de meeste Romeinen?
A
Villa's
B
Rijtjeshuizen
C
Appartementen
D
Vrijstaande huizen

Slide 14 - Quiz

Bij welke rivier lag de grens van het Romeinse Rijk in Nederland?
A
De Maas
B
De IJssel
C
De Lek
D
De Rijn

Slide 15 - Quiz

Waarom gingen de Grieken vanaf 750 v. Chr. over tot het stichten van koloniën?
A
door het gebrek aan landbouwgrond
B
om overtollige producten te verkopen
C
verspreiden van de eigen beschaving
D
om zich te verdedigen tegen de Perzen

Slide 16 - Quiz

Wat gebeurde er precies, wanneer er in het democratische Athene het ostracisme werd toegepast?
A
Over een belangrijk onderwerp werd bij handopsteken gestemd
B
Er werd een ijzeren discipline opgelegd aan het volk
C
Het besluit viel om ten oorlog te trekken
D
Iemand die gevaarlijk werd geacht, werd voor tien jaar verbannen

Slide 17 - Quiz

De Grieken voelden zich één volk. Dat kwam echter beslist niet door
A
gemeenschappelijke taal
B
Homerus’ heldendichten
C
staatkundige stabiliteit
D
dezelfde godsdienst

Slide 18 - Quiz

Hoe heet een staat bestaande uit een een stad met omliggend gebied?
A
Wereldrijk
B
Kolonie
C
Monarchie
D
Stadstaat

Slide 19 - Quiz

Een alleenheerser die onwettig de macht gegrepen heeft noemen we een......
A
Koning
B
Tiran
C
Monarch
D
Aristocraat

Slide 20 - Quiz


A
Voor de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie
C
Tijdens de landbouwrevolutie
D
In de tijd van Grieken en Romeinen

Slide 21 - Quiz

In een aristocratie is de macht in handen van....
A
Het volk
B
Een tiran
C
Een groep aanzienlijken
D
Een dictator

Slide 22 - Quiz

In Athene kreeg je burgerrecht als...
A
Je in Athene geboren was
B
Je vader in Athene geboren was
C
Je beide ouders in Athene geboren waren
D
Je moeder in Athene geboren was

Slide 23 - Quiz

Aan het werk

A. Maak vraag 4 op blz. 14
B. Maak vraag 1 op blz. 14
C. Maak de eindexamenvraag op het werkblad
Vaardigheden oefenen

Val van het Romeinse Rijk:
interne en externe oorzaken
&
Gewicht geven aan oorzaken

Slide 24 - Slide

Het antwoord van rij C

Slide 25 - Slide