- Zelfstandig werken: opdrachten bij gedicht maken of lezen voor themadossier (literaire notities) of theorie voor volgende les leren
Na de toets in de toetsweek lever je je boekje poëzie in met je uitwerkingen voor PF-5
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Poëzie les 5
- Herhalen huiswerktheorie
- Bespreken gedicht Paul van Ostaijen
- Zelfstandig werken: opdrachten bij gedicht maken of lezen voor themadossier (literaire notities) of theorie voor volgende les leren
Na de toets in de toetsweek lever je je boekje poëzie in met je uitwerkingen voor PF-5
Slide 1 - Slide
Startopdracht (twee minuten): Vertel wat je gisteren hebt gedaan. Gebruik een vorm van beeldspraak in je antwoord.
Slide 2 - Open question
Ik heb die zwijnenstal, mijn slaapkamer, opgeruimd
Bedoelde/ object?
Beeld?
Slide 3 - Slide
VRAGEN OVER HET HUISWERK
Slide 4 - Slide
Welke term hoort bij deze definitie: "Alleen het beeld en niet het bedoelde is aanwijsbaar."
A
metonymia
B
metafoor
C
vergelijking zonder als
D
synesthesie
Slide 5 - Quiz
Welke vorm van beeldspraak is dit? "Ik schrok van zijn bittere woorden."
A
metonymia
B
metafoor
C
vergelijking zonder als
D
synesthesie
Slide 6 - Quiz
'Mijn hart zei me het voorstel te accepteren.' Deze vorm van beeldspraak heet:
A
Metafoor
B
Personificatie
C
Synesthesie
D
Vergelijking
Slide 7 - Quiz
'Hij heeft zijn ijzers al onder gebonden en is klaar voor de schaatstocht.' Hierin herken je:
A
Metafoor
B
Metonymia
C
Personificatie
D
Vergelijking
Slide 8 - Quiz
'Deze zomer zijn schreeuwende kleuren in de mode.' Hierin herken je:
A
Metafoor
B
Metonymia
C
Synesthesie
D
Vergelijking
Slide 9 - Quiz
'De leraar gedraagt zich als een dictator.' Hierin herken je:
A
Metafoor
B
Metonymia
C
Synesthesie
D
Vergelijking
Slide 10 - Quiz
'Wil je nog een glaasje?' Hierin herken je:
A
Metafoor
B
Metonymia
C
Synesthesie
D
Vergelijking
Slide 11 - Quiz
'De nachten zijn daar bitter koud.' Hierin herken je:
A
Metafoor
B
Metonymia
C
Personificatie
D
Synesthesie
Slide 12 - Quiz
Gedicht van de les:
Paul van Ostaijen - 'Melopee'
Blz. 26 in je bundel
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Geef een parafrase van dit gedicht in maximaal twee zinnen.
Slide 15 - Open question
Parafrase = zeg in eigen woorden waar dit gedicht over gaat
Over een rivier, in het maanlicht, vaart een kano met een man erin rustig naar de zee.
Slide 16 - Slide
Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht? Noteer cijfer
Slide 17 - Open question
Herken je in r. 1 een assonantie met de A-klank?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Nee, want
Maan = lange aa
Lange = korte a
Slide 19 - Slide
Welke vorm van beeldspraak herken je in regel 1?
A
Metafoor
B
Metonymia
C
Personificatie
D
Vergelijking
Slide 20 - Quiz
Personificatie
Zie blz. 27
In dit gedicht staat dat de maan op een vermoeide manier over de lange rivier schuift. De maan krijgt hier een menselijke of dierlijke eigenschap toegekend.
Slide 21 - Slide
Welke strofevorm vind je niet in Melopee?
A
Distichon
B
Sextet
C
Terzet
D
Terzine
Slide 22 - Quiz
Noteer een duidelijke vorm van alliteratie uit dit gedicht.
Slide 23 - Open question
Duidelijke vormen van alliteratie
Moede de maan (r. 2)
Langs de laagwei (r. 5)
Zo zijn ze gezellen (r. 8)
de maan en de man (r. 8/9)
Slide 24 - Slide
Paul van Ostaijen (1896-1928)
Is een bekende Vlaamse dichter, overleed op jonge leeftijd door tuberculose. Men stelt dat gedicht een verslag is van Van Ostaijens leven.
Wat zijn de vijf kernwoorden in dit gedicht? Wat is opvallend?
Waarvoor zijn dan de volgende metaforen bedoeld?
de lange rivier?
zee?
hoogriet?
laagwei?
de maan..?
Hoe kijkt Van Ostaijen naar zijn naderende dood?
Melopee = droevige melodie, ritmisch gezang)
Slide 25 - Slide
Aan de slag!
Werk de vragen en opdrachten bij dit gedicht uit (reader blz. 21-25). Voor je portfolio werk je de opdrachten bij één van de vier gedichten op blz. 20-29 uit; als de opdrachten bij dit gedicht je aanspreken, kun je kiezen voor dit gedicht. Je kunt ook wachten op een ander gedicht in de lessenreeks.
Werk aan je readymade (PF-5)
Werk de vragen van les 2 verder uit (PF-5)
Zoek mooie regels uit dichtbundels (PF-5)
Werk een van de gedichten uit de les uit incl. deelopdrachten (PF-5)
Lees in je boek of werk aan je literaire notities
Doe je leerwerk voor de volgende les: leer de termen VI Stijlfiguren