Herhalingsles PTA periode 1

WERKWOORDSPELLING
We oefenen hoe het zit met d's, t's en dt's
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WERKWOORDSPELLING
We oefenen hoe het zit met d's, t's en dt's

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 3 - Open question

persoonsvorm in  de tegenwoordige tijd:


ik = ik-vorm
jij/hij/zij = ik-vorm + t
wij/jullie/zij = hele werkwoord







Slide 4 - Slide

Verleden tijd
1. Sterke werkwoorden​
Sterke werkwoorden zijn werkwoorden waarbij de klank van het woord verandert in de verleden tijd. Denk hierbij aan lopen/liepen of gaan/ging​​
2. Zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden vervoeg je met de verlengregel of 't kofschix .​
Enkelvoud stam + te/de​
Meervoud stam + ten/den




Slide 5 - Slide

Janneke ......... (worden) volgende week 16 jaar. (tt)
A
word
B
wort
C
wordt

Slide 6 - Quiz

Hij .....[branden] zijn billen aan de kachel. (vt)

Slide 7 - Open question

In de winkel .... [passen] Jessica een nieuwe broek. (vt)

Slide 8 - Open question

Michael en José ..... [missen] de bus naar school. (vt)

Slide 9 - Open question

Voltooid deelwoord
Gebruik de verlengregel of 't kofschipx

Hij gelooft mij nooit.
Hij heeft mij nooit geloofd.

Want --> geloven - stam is  gelov
v zit niet in 't kofschipx, dus d

Slide 10 - Slide

Ik heb gisteren buiten ......
A
gespeelt
B
gespeeldt
C
gespeeld

Slide 11 - Quiz

Heb jij jouw kamer al .....?
A
opgeruimt
B
opgeruimdt
C
opgeruimd

Slide 12 - Quiz

Wij hebben onze vakantie vorige week .....
A
geboekt
B
geboekdt
C
geboekd

Slide 13 - Quiz

Onderweg naar school ben ik .....
A
verdwaalt
B
verdwaaldt
C
verdwaald
D
verdaalt

Slide 14 - Quiz

Aan het werk
Maak blz 47 en 48

Laatste 5 minuten: evaluatie van de les

Slide 15 - Slide