Be careful with some verbs (werkwoorden), such as
look,
appear and
feel. Ze kunnen twee dingen betekenen in het Engels: een
dynamische activiteit (je ziet de beweging) of een
statische activiteit (je ziet geen beweging).
Bij dynamische activiteiten gebruik een bijwoord (adverb):
She is looking angrily at him. (Ze kijkt boos naar hem.)
Bij statische activiteiten gebruik een bijvoeglijk naamwoord (adjective):
She looks angry today. (Ze lijkt boos vandaag).