Luister naar Maud. Ze vertelt aan een politieagent wat ze heeft gezien. Maak ondertussen alleen de vragen. Na het luisteren heb je nog een minuut om de vragen te beantwoorden.
Vraag 1: Over welk onderwerp vertelt Maud iets aan de agent?
Vraag 2: Welke onbelangrijke zaken noemt Maud? Noem er drie.
Vraag 3: Begrijpt de agent nu precies hoe het ongeluk is gebeurd? Waarom wel/niet?
Vraag 4: Wat vind jij van de volgorde waarin Maud vertelt wat ze gezien heeft?
Vraag 5: Hoe spreekt Maud? Omschrijf haar manier van spreken in drie woorden.