JCL lesbrief kopen en werken 13

1 / 32
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma


bespreken 3.1 tm 3.8
Uitleg sparen per jaar of korter dan een jaar
Opgaven maken 3.9 tm 3.14
Afsluiting: wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Lesdoelen:
... je kunt procentberekeningen maken als % bekend is
... je kunt procentberekeningen maken als % onbekend is
... je kunt procentuele verandering berekenen
... je kunt renteberekening maken over een jaar
... je kunt renteberekening maken over delen van een jaar
... je weet wat ruilen over de tijd betekent

Slide 3 - Slide

Uitleg
Pak pen & papier om aantekeningen te maken.

Slide 4 - Slide

Ruilen over de tijd: sparen 
  • Geld is een ruilmiddel 
  • Sparen is het niet uitgeven van een deel van je inkomsten. Je stelt je besteding uit

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Stelling: Iedereen zou verplicht moeten sparen. Geef een argument waarom dat juist is?

Slide 7 - Mind map

Thomas heeft een jaar lang hetzelfde bedrag op een spaarrekening staan tegen een rente van 1,8%. Aan het
einde van het jaar ontvangt hij € 23,40 rente.
Bereken welk bedrag Thomas op zijn rekening had staan.
timer
2:00

Slide 8 - Open question

van deel naar geheel
procenten
1,8
1
100
euro's 
€ 23,40
: 1,8
x 100

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

van deel naar geheel
procenten
1,8
1
100
euro's 
€ 23,40
€ 13,00
€ 1.300
: 1,8
x 100
of gelijk: € 23,40/1,8 x 100 = 1.300

Slide 11 - Slide

Larissa heeft op 1 januari van het jaar € 287,00 op haar rekening staan. Op 31 december is dit € 236,00.
Bereken met hoeveel procent haar saldo is gedaald.
timer
2:00

Slide 12 - Open question

Procentuele veranderingen
nieuw - oud
      oud
x 100%    dus  
€ 236 - € 287
        € 287
x 100% = - 17,77%
nieuw - oud = de verandering
Controleer jezelf: is je antwoord logisch?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

rekenen met een tijdlijn
jaar
jan
feb
maart
apr
mei
juni
juli
aug
sept
okt
nov
dec
bedrag
2500
+500
-1000
?
bedrag
2500
2500
2500
3000
3000
3000
3000
3000
2000
2000
2000
2000
rente
4%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
Hoeveel rente ontvang je na 1 jaar?

Slide 19 - Slide

rekenen met een tijdlijn
jaar
jan
feb
maart
apr
mei
juni
juli
aug
sept
okt
nov
dec
bedrag
2500
+500
-1000
?
bedrag
2500
2500
2500
3000
3000
3000
3000
3000
2000
2000
2000
2000
rente
4%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
Hoeveel rente ontvang je?
(€2500 x0,04 x3/12) + (€3000 x0,04 x5/12) (€2000 x 0,04 x 4/12)= €101,67

Slide 20 - Slide

Uitleg: samengestelde interest
Je laat het spaarbedrag na 1 jaar op je spaarrekening staan. Je ontvangt rente op je spaarbedrag én de ontvangen rente uit jaar 1. 

Voorbeeld:
Je hebt in januari 2019 € 1.000 op je spaarrekening gestort en hebt 2% rente ontvangen op 31 december 2019. Op 1 januari 2020 heb je € 1.020 op je spaarrekening staan. 
Hoeveel zal er op 31 december 2021 op je spaarrekening staan?

Slide 21 - Slide

Uitleg: samengestelde interest berekenen m.b.v. de groeifactor

Formule voor het berekenen van de samengestelde interest:

Slide 22 - Slide

procenten en procentpunt
Procentpunt
Een procentpunt geeft het absolute verschil aan tussen hoeveelheden die in procenten zijn uitgedrukt.
Als dus het rentepercentage daalt van 8% naar 5% is het rentepercentage 2 procentpunten gedaald.



  

Slide 23 - Slide

Spaarbedrag: € 2.500
Rentepercentage: 2%
Hoeveel staat er op de spaarrekening na 1 jaar?

Slide 24 - Open question

Spaarbedrag: € 2.500
Rentepercentage: 2%
Hoeveel staat er op de spaarrekening na 15 jaar?

Slide 25 - Open question

Je hebt je spaargeld voor 20 volledige jaren op de spaarrekening gezet. Hoeveel jaar heb je 'rente over rente' ontvangen?
A
20
B
19
C
21

Slide 26 - Quiz

Zelf aan de slag!   
Iedereen:
Lezen: paragraaf 3.2 rente berekenen Sparen
Maken: de vragen 3.9 tm 3.15

Versnellers:
Hoe zou je rente kunnen berekenen over  3 maanden?
Klaar?:
nakijken 3.1 tm 3.8
rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen
timer
10:00

Slide 27 - Slide

Spaarbedrag: €1600. Rentepercentage: 2,3%. Rentebedrag na 1 jaar?

Slide 28 - Open question

Spaarbedrag: €1600. Rentepercentage: 2,3%. Rentebedrag na 11 maanden?

Slide 29 - Open question

Ik heb € 300,- gespaard en krijg 5% rente.
Ik heb € 1000,- gespaard en krijg 3 % rente.
Ik heb €550,- gespaard en krijg 1,5 % rente.
Ik heb 470,- gespaard en krijg 6% rente.
Sleep de rente naar het juiste vak.
€ 15,- rente
€ 30,- rente
€ 7,75 rente
€ 28,20 rente

Slide 30 - Drag question

Lesdoelen
Lesdoelen:
... je kunt procentberekeningen maken als % bekend is
... je kunt procentberekeningen maken als % onbekend is
... je kunt procentuele verandering berekenen
... je kunt renteberekening maken over een jaar
... je kunt renteberekening maken over delen van een jaar
... je weet wat ruilen over de tijd betekent

Slide 31 - Slide

Huiswerk: 
volgende les
doornemen paragraaf 3.2
maken opdracht 3.9 tot en met 3.15
Pak je agenda!!

Slide 32 - Slide