Herhalingsles H3 tot nu toe + absolute/relatieve veranderingen + procenten/procentpunten

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3 Sparen en lenen

Eerst: herhaling van de afgelopen weken aan de hand van een aantal quizvragen

Daarna: nieuwe theorie:

Percentages om te vergelijken + procenten/procentpunten

Een voorbeeld van ruilen over tijd is (meerdere antwoorden zijn goed):

1. Appels ruilen voor peren
2. Ik koop nu auto en ik leen daarvoor geld.
3. Ik ga eerst sparen zodat ik later een auto kan kopen.
4. Ik koop nu een auto en ik betaal die meteen.

Ruilen over tijd

Ruilen over tijd: het uitstellen of vervroegen van je consumptie. 

Je geeft geld uit dat je nog niet hebt, of je spaart geld door het juist niet uit te geven.

Sparen: Je stelt je consumptie uit. 

Lenen: Je vervroegt je consumptie. 

                                                   De prijs voor ruilen over tijd is de rente

Het uitstellen van consumptie

Het vervroegen van consumptie

Rente betalen

Rente ontvangen

Sparen

Lenen

Wat is de mediaan van de volgende getallen?
8, 7, 29, 1, 11, 59, 44

1. 1
2. 11
3. 5,5
4. 8

7 - 6 - 7 - 5 - 3 - 3 - 7

gemiddelde= alle optellen en delen door het aantal

mediaan = oplopend noteren: welk getal staat in het midden

Wat is het gemiddelde van de volgende getallen?
8, 7, 29, 1, 11, 59, 44

1. 39,8
2. 11
3. 5,5
4. 22,7

Wie is er ontzettend blij als de rente omhoog gaat?

1. Mevrouw Derksen, die een hoge studieschuld heeft
2. Een van de huisgenoten van mevrouw Derksen, die heel veel geld op zijn bankrekening heeft staan door een erfenis

Sparen

Lenen

Rente

Rente

Over een spaarrekening met €3500,-
wordt 1,3% rente betaald.
Bereken de rente aan het eind van het jaar

1. €35,00
2. €45,50
3. €47,50
4. 52,40

Rente berekenen

Formule:

Rentebedrag = percentage/100 * spaarbedrag

Voorbeeld: 

Je hebt een spaarrekening met €240, je krijgt 1,5% rente per jaar. Na een jaar krijg je dus:

240/100*1,5 = € 3,60 rente

Ik heb € 300,- gespaard en krijg 5% rente.

Ik heb € 1000,- gespaard en krijg 3 % rente.

Ik heb €550,- gespaard en krijg 1,5 % rente.

Ik heb 470,- gespaard en krijg 6% rente.

Sleep de rente naar het juiste vak.

€ 15,- rente

€ 30,- rente

€ 7,75 rente

€ 28,20 rente

Mevr. P. Haas heeft €1.500 op haar bankrekening. Ze krijgt € 45 aan rente. Hoeveel % rente heeft ze ontvangen?

1. 30%
2. 3%
3. 0,3%
4. 0,03%

Suus ontvangt 1,8% aan rente. Aan het einde van het jaar ontvangt zij € 11,70. Welk bedrag stond er in het begin van hat jaar op haar rekening?

1. € 1500
2. 2106
3. € 650
4. 2006

Karel stort €100 op zijn spaarrekening. Hoeveel geld staat er precies over 3 jaar op zijn spaarrekening als het rentepercentage 2% per jaar is. (Karel krijgt ook rente over de rentebedragen van de voorgaande jaren )

1. €106
2. €106,12
3. €106,15
4. geen van deze antwoorden

Rente berekening (samengestelde interest)

In een formule

n = aantal jaren dat er rente is ontvangen

Groeifactor = (100% + rentepercentage) / 100

Op 1 januari heeft Naima € 1.800 op een spaarrekening staan. Op 31 juli stort de vader van Naima € 1.400 extra op haar spaarrekening. Het rentepercentage bedraagt 3%. De rente wordt op het einde van het jaar bijgeschreven.
Bereken het rentebedrag voor Naima.

1. € 49,00
2. € 31,50
3. € 96,00
4. € 71,50

Dhr. P. Noot heeft in jaar 1 een spaarbedrag van € 40.000. in jaar 2 stijgt dat bedrag naar € 65.000. Bereken de procentuele daling of stijging.

1. 53,6 % stijging
2. 55,5 % stijging
3. 38,36 % stijging
4. 62,5 % stijging

NIEUWE THEORIE

Absolute en relatieve veranderingen

Procenten en procentpunten

3.21 t/m 3.25

Percentages om te vergelijken

Procentuele veranderingen noemen we ook wel relatieve veranderingen. (Een stijging van 3%)

Absolute veranderingen zijn de veranderingen in de grootte van het bedrag. (Een stijging van €50)

Absolute verandering

Verandering in absolute getallen (originele waarde).

Van €100 naar €150 is een stijging van €50

Van €30 naar €50 is een stijging van €20.

Relatieve verandering 

Verandering in verhoudingsgetal (procenten).

Een stijging van 50%. 

Een stijging van 66,7%

Procenten en procentpunten

Om verwarring rondom percentages te voorkomen, wordt er vaak gesproken van procentpunten.

Een procentpunt geeft een absoluut verschil aan tussen waarden die in procenten zijn uitgedrukt.

Procentpunten

Procentpunten wil zeggen dat je gewoon verschil van twee procenten neemt.

Voorbeeld:

Als eerst 90% van de leerling overgaat en een jaar later is dit 94%, dan is het verschil 4 procentpunt: 94% - 90% = 4%

               Met hoeveel procent stijgt het aantal leerlingen dat overgaat?

Aan de slag

3.21 t/m 3.25

Eerste vijf minuten doen we dit in stilte. 

Je mag oortjes in.

Kom je er niet uit? Steek je hand op.

Het aantal meisjes in de klas is toegenomen met 2%. Er is hier sprake van een....

1. absolute verandering
2. relatieve verandering

Het spaarbedrag van jongeren is in 2020 met €2,3 miljoen gestegen.
Dit is een..

1. Absolute verandering
2. Relatieve verandering

BTW-tarief van 6% naar 9% is een abosolute toename in procentpunten van..

1. 9-6= 3 procentpunt
2. 9-6/ 6 x 100= 50 procentpunt