This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Tutorium Niederländisch
18-07-202
Afsluiting/ Voorbereiding toets
Slide 1 - Slide
Vandaag
Introductie: Stikstofcrisis Kijken & Luisteren
er (alle functies van er) Grammatica
Zeitformen (unregelmäßige Verben) Grammatica
„Aan het doen“ Grammatica
Spreken over 'Als twee druppels water' Spreken
Aanvullen samenvattingen
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
er (alle functies van er)
S. 181
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Oefening met er/daar
AB
Slide 7 - Slide
Onregelmatige werkwoorden
Slide 8 - Slide
nt2taalmenu.nl
Slide 9 - Link
Oefening verleden tijd
AB
Slide 10 - Slide
"Aan het doen"
zijn + aan het + infinitief
S. 182
Schrijf op wat je aan het doen bent. Schrijf 3 zinnen.
Slide 11 - Slide
Als twee druppels water
Kees Opmeer
Slide 12 - Slide
Over het onderwerp
1. Vind je het onderwerp interessant, spreekt het je aan? Ben je dit boek gaan lezen omdat het onderwerp je vooraf aansprak? Zijn je verwachtingen uitgekomen? In welk opzicht (niet)?
2. Is het een onderwerp waar je zelf al eens over nagedacht hebt of ligt het helemaal buiten jouw leefwereld? Heeft het boek je nieuwe kanten van het onderwerp laten zien?
3. Heb je wel eens een boek gelezen of een film gezien overhetzelfde onderwerp? Wat vind je beter: dit boek of het andere boek of die film? Licht toe.
Slide 13 - Slide
Over de personages
1. Kun je je goed verplaatsen in de personages, in hun problemen, gedachtenen gevoelens? Waarom (niet)?
2. Zijn de personages zo beschreven dat ze voor je gingen leven? Welke wel en welke niet? Welke personages lijken op echte mensen en welke meer op typetjes?
3. Hebben de personages eigenschappen die je bewondert, gewoon vindt of verafschuwt? Leg uit.
3. Maken de gebeurtenissen een echte, realistische indruk op jou? Zag je ze voor je?
4. Heb je zelf wel eens een gebeurtenis meegemaakt die lijkt op wat er in de tekst staat? Begrijp je die gebeurtenis dan beter of juist niet?
Slide 15 - Slide
Over de opbouw van het verhaal
1. Vind je de opbouw van het verhaal ingewikkeld? Wat vind je lastige stukken?
2. Komt het verhaal langzaam op vaart of zit er meteen vaart in?
3. Hangt alles goed samen of vind je dat juist niet? Leg uit.
4. Is het verhaal spannend? Hoe komt dat? Geef enkele spanningselementen.
Slide 16 - Slide
Over de opbouw van het verhaal
5. Is er één verhaallijn of zijn er meer verhaallijnen die door elkaar lopen? Wat vindje daarvan?
6. Vind je dat de opbouw van het verhaal goed past bij het onderwerp?
7. Wordt er met tijd ‘gespeeld’ (flashback, flash forward, versnellingen, vertragingen...)? Wat vind je van dat spel? Kon je het goed begrijpen of werd het verhaal er (onnodig) ingewikkeld door of juist extra interessant?
8. Wat vind je van het einde? Blijft er nog iets onduidelijk?
Slide 17 - Slide
Bedenk nu zelf 2 vragen die je over het boek kunt stellen....