Chromatografie les 02

Chromatografie | Les 02
03 februari 2022
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ChromatografieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Chromatografie | Les 02
03 februari 2022

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling
  • Klassieke chromatografie
  • Gaschromatografie

Slide 2 - Slide

Herhaling

Slide 3 - Slide

Wat wordt er bedoelt met retardatie factor bij DLC (dunnelaag chromatografie)
A
De vertragingsfactor van een component
B
De oplosbaarheidsfactor van een component
C
De mobiele fase
D
De stationaire fase

Slide 4 - Quiz

Scheidingsprincipe
Hoe?
Ionwisselaar
Adsorptie
Oplosbaarheid
Molecuulgrootte
Aspirine lost beter op in water dan in methanol
H+ wordt vervangen door Mg2+
Een molecuul met Mw 567 g/mol komt er sneller uit dat een molecuul van 1022 g/mol.
Het papierchromatografie proefje van vorige week.

Slide 5 - Drag question

Water is
A
polair
B
apolair

Slide 6 - Quiz

Methanol
A
polair
B
apolair

Slide 7 - Quiz

Een vetzuur is
A
polair
B
apolair

Slide 8 - Quiz

Klassieke kolomchromatografie
Glazenbuis met stationaire fase (silicagel). Mobiele fase= geschiktbare vloeistof (vaak polair)

Gebeurt niet veel meer op laboratoria.

Slide 9 - Slide

Moderne chromatografie
GC
Gaschromatografie hoofdstuk 19
(Gaschromatography)
HPLC
Hogedruk vloeistof chromatografie hoofdstuk 20
(High pressure/performance liquid chromatography)
UPLC
Ultradruk vloeistof chromatografie
(Ultra Pressure Liquid Chromatography)
IC
Ionchromatografie
(Ionchromatography)
SEC
Size exclusion chromatography

Slide 10 - Slide

Gaschromatografie hfst 19
GLC = Gas liquid chromatography

GC of GSC (gas solid chromatography)


Analyse van bijvoorbeeld:
Pesticiden gehalte
Gas samenstelling
Vet samenstelling
Oplosmiddelen in grond
etc...


Slide 11 - Slide

GLC en GC. Het verschil zit in de stationaire fase in de kolom
GC
GLC
Stationaire fase is een vaste stof
Stationaire fase is een vloeibare stof

Slide 12 - Drag question

Principe
GLC : Verdeling over de stationaire en mobiele fase.

GC (GSC) : Adsorptie aan de stationaire fase

Kookpunt van monster speelt bij beide een rol! 
Monster wordt in gasfase gebracht.


Slide 13 - Slide

3e jaars lab

Slide 14 - Slide

Draaggas
Mobielefase is hier de draaggas.
N2, H2, He en/of Ar.

Slide 15 - Slide

Injector
Keuze van injector afhankelijk van je kolom en monster concentratie.

  • Standaard injectiepoort
  • Splitinjector
  • Headspace
Temperatuur injector minimaal hoogste kookpunt van je component!

Slide 16 - Slide

Kolom
Gepakte kolom
2-4mm, bv: 3 m lang

Capillaire kolom
0,2-0,5 nm, 150 m lang.
Foto op blz 334.

Slide 17 - Slide

Detector
Thermisch geleidingsdetector (TCD)


Vlamionisatiedetector (FID)

Slide 18 - Slide

Resultaat

Slide 19 - Slide

Waar moet een draaggas aan voldoen
A
Het draaggas mag niet door je kolom gaan.
B
Het draaggas moet goedkoop zijn.
C
Het draaggas moet een bepaalde waarde hebben.
D
Het draaggas mag niet reageren met je monster.

Slide 20 - Quiz

Noem een voorbeeld van een mobiele fase bij gaschromatografie

Slide 21 - Open question

Welke kolom is over het algemeen langer?
A
Gepakte kolom
B
IC kolom
C
Capillaire kolom
D
Hoge druk kolom

Slide 22 - Quiz

Kies de juiste solvent piek, door het bolletje te schuiven.

Slide 23 - Drag question

Een monster bevat componenten de volgende kookpunten: comp A: 68°C, comp B 156°C, comp C: 175°C. Op welke temperatuur moet de oven van de GC minimaal staan?
A
68°
B
156°
C
175°
D
243°

Slide 24 - Quiz

Planning
  • Herhaling
  • Klassieke chromatografie
  • Gaschromatografie

Volgende week: verdieping injectiepoort, kolom, detector, aflezen chromatogrammen.
Lees voor jezelf blz 329 - 337, 339-340

Slide 25 - Slide