GLC en GC. Het verschil zit in de stationaire fase in de kolom
GC
GLC
Stationaire fase is een vaste stof
Stationaire fase is een vloeibare stof
Slide 12 - Drag question
Principe
GLC : Verdeling over de stationaire en mobiele fase.
GC (GSC) : Adsorptie aan de stationaire fase
Kookpunt van monster speelt bij beide een rol!
Monster wordt in gasfase gebracht.
Slide 13 - Slide
3e jaars lab
Slide 14 - Slide
Draaggas
Mobielefase is hier de draaggas.
N2, H2, He en/of Ar.
Slide 15 - Slide
Injector
Keuze van injector afhankelijk van je kolom en monster concentratie.
Standaard injectiepoort
Splitinjector
Headspace
Temperatuur injector minimaal hoogste kookpunt van je component!
Slide 16 - Slide
Kolom
Gepakte kolom
2-4mm, bv: 3 m lang
Capillaire kolom
0,2-0,5 nm, 150 m lang.
Foto op blz 334.
Slide 17 - Slide
Detector
Thermisch geleidingsdetector (TCD)
Vlamionisatiedetector (FID)
Slide 18 - Slide
Resultaat
Slide 19 - Slide
Waar moet een draaggas aan voldoen
A
Het draaggas mag niet door je kolom gaan.
B
Het draaggas moet goedkoop zijn.
C
Het draaggas moet een bepaalde waarde hebben.
D
Het draaggas mag niet reageren met je monster.
Slide 20 - Quiz
Noem een voorbeeld van een mobiele fase bij gaschromatografie
Slide 21 - Open question
Welke kolom is over het algemeen langer?
A
Gepakte kolom
B
IC kolom
C
Capillaire kolom
D
Hoge druk kolom
Slide 22 - Quiz
Kies de juiste solvent piek, door het bolletje te schuiven.
Slide 23 - Drag question
Een monster bevat componenten de volgende kookpunten: comp A: 68°C, comp B 156°C, comp C: 175°C. Op welke temperatuur moet de oven van de GC minimaal staan?
A
68°
B
156°
C
175°
D
243°
Slide 24 - Quiz
Planning
Herhaling
Klassieke chromatografie
Gaschromatografie
Volgende week: verdieping injectiepoort, kolom, detector, aflezen chromatogrammen.