Les 1. Zakelijke Communicatie - Ik in de frontoffice



Welkom!
Communicatie op de werkvloer
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson



Welkom!
Communicatie op de werkvloer

Slide 1 - Slide

Lesdoelen / wat gaan we doen?
  1. Periode planning
  2. Afspraken in de klas
  3. Voorstellen
  4. Leerdoelen Thema Communicatie op de werkvloer
  5. Kun je het verschil benoemen tussen formeel en informeel taalgebruik
  6. Kun je de opbouw van een brief benoemen
  7. Teamleider op visite

Slide 2 - Slide

Afspraken (studentenraad)
  1. Je bent op tijd in de les, maximaal 10 minuten te laat. Als je later bent, stuur de themadocent (niet klasgenoot) een persoonlijk teamschat.
  2. Als je er helemaal niet naar school kunt komen die dag, meld je dit bij de administratie en bij de thema docent in Teams.
  3. Als je te laat bent en je mag het lokaal niet meer in, ga je werken in lokaal 2.27 (OLC). 
  4. Je maakt opdrachten op tijd, en levert deze op tijd in, in teams. 
  5. Je maakt de opdracht alléén; als je het samen maakt, staan beide namen op de opdracht, lever je beiden de opdracht in.

Slide 3 - Slide

Afspraken (studentenraad)
6. Bij afwezigheid zorg je zelf voor aantekeningen van een ander, en je zoekt uit wat je moet doen via teams en/of klasgenoten.
7. Jas uit, pet/muts etc af
8. Alleen water drinken in het lokaal, niet eten.
9. Telefoons op stil en in je tas!
10. Je doet actief mee, hebt je licentie op orde, neem pen en papier mee je voor aantekeningen

Slide 4 - Slide

Periode planning
week 1 - Introductie Communicatie op de werkvloer + Informatie over de opleiding 
week 2 - Stage uitleg + CV
week 3 - Competentiespel + motivatiebrief
week 4 - CV + Motivatiebrief afmaken 
week 5 - Examen uitleg + Huiswerk maken & plannen
week 6 - Pitch geven + Stage uitleg
week 7 - De eerste indruk + OER
week 8 - Gesprektechnieken oefenen, sollicitatiegesprekken oefenen
week 9 -
week 10 - Alle opdrachten afronden

Slide 5 - Slide

Inleiding Communicatie op de werkvloer

Iedereen communiceert, bewust of onbewust. Als medewerker binnen de zakelijke dienstverlening, commercie, retail of logistiek zul je veel moeten communiceren op de werkvloer. Je bent in overleg met bezoekers of klanten, maar ook met collega’s, leidinggevenden, leveranciers of transporteurs. Daarom is het belangrijk om goed en bewust te kunnen communiceren met al deze mensen en partijen.
In deze module leer je op verschillende manieren met communicatie om te gaan en dit op de juiste manier en op de juiste plek in te zetten. 



Slide 6 - Slide

Leerdoelen Communicatie op de werkvloer:

Na deze module kun je:
  1. Een gesprek voeren (persoonlijk en telefonisch) met een bedrijf.
  2. Bezoekers of klanten zakelijk en klantvriendelijk ontvangen, hen informeren en hen te woord staan.
  3. Gesprekstechnieken zoals luisteren, samenvatten en doorvragen toepassen tijdens gesprekken.
  4. Een overleg voeren en afspraken maken en vastleggen.
  5. Zichzelf (kort) presenteren en als sollicitant tijdens een sollicitatiegesprek.






Slide 7 - Slide

Leerdoelen Communicatie op de werkvloer:

Na deze module weet je:


  1. Met welke partijen je binnen het bedrijf intern en extern gesprekken gaat voeren.
  2. Wat verschillende gesprekstechnieken zijn.
  3. Welke vraagtypes je kan gebruiken tijdens gesprekken.
  4. Wat het verschil is tussen verbale- en non-verbale communicatie.
  5. Het verschil tussen formeel en informeel communiceren.










Slide 8 - Slide

Communicatie op de werkvloer
Binnen een organisatie is er dagelijks sprake van zakelijke communicatie, zowel mondeling als schriftelijk.​

Je schrijft brieven naar collega’s, klanten en andere organisaties, dit noem je ook wel schriftelijke communicatie.​

In bedrijven wordt veel gebruik gemaakt van correspondentie, omdat er meer bewijslast is en er minder snel misverstanden kunnen ontstaan.​


Slide 9 - Slide

Wat is het belangrijkste verschil mondelinge en schriftelijke communicatie?

Slide 10 - Mind map

Het belangrijkste verschil is dat mondelinge communicatie alleen in onze hersenen wordt opgeslagen, terwijl je schriftelijke communicatie nog altijd terug kunt lezen.

Slide 11 - Slide

Wat is formeel taalgebruik?

Slide 12 - Mind map

Formele taal wordt ook wel officiële taal genoemd. De toon is serieus en je benadert de ander netjes.

Slide 13 - Slide

Wat is informeel taalgebruik?

Slide 14 - Mind map

Informele taal wordt ook wel niet-officiële taal genoemd. De toon is niet te serieus en wat losser.

Slide 15 - Slide

Uitwisselen van informatie

Het uitwisselen van informatie noem je ook wel contact.


Bij het maken van zakelijk contact heb je vooral te maken met schriftelijke communicatie.

Een brief heeft de volgende indeling:
1. Inleiding
2. Kern
3. Slot

Slide 16 - Slide

Indeling brief

Inleiding: Eén of enkele regels met de aanleiding om de brief te schrijven en het doel van de brief.
Kern: In de kern komt de informatie waar de brief over gaat. Per onderwerp dat je in de kern behandelt schrijf je een aparte alinea.
Slot: In het slot staat geen nieuwe informatie, maar vaak een samenvatting van bovenstaande en hetgeen wat je van de lezer verwacht.



Slide 17 - Slide

Wat is correspondentie?
A
Correspondentie is mondelinge communicatie
B
Correspondentie zijn online filmpjes
C
Geen idee!
D
Correspondentie is het schrijven en ontvangen van brieven.

Slide 18 - Quiz

Wat is het verschil tussen interne en externe communicatie?

Slide 19 - Mind map

Verschil externe en interne communicatie
Met externe communicatie wordt de communicatie bedoelt met mensen buiten het bedrijf of organisatie.

 Interne communicatie is de communicatie binnen de organisatie.

Slide 20 - Slide

Wanneer ik communiceer met.... is dat interne communicatie
A
klanten
B
collega's
C
de directeur
D
sponsoren

Slide 21 - Quiz

Er zijn twee vormen van correspondentie:
Correspondentie is het schrijven en ontvangen van brieven.

Interne correspondentie
: de correspondentie binnen een organisatie, zoals uitnodigingsbrieven voor vergaderingen en informatie voor medewerkers.

Externe correspondentie: de correspondentie buiten een organisatie, zoals het versturen van facturen naar zakelijk contacten en brieven naar leveranciers.

Slide 22 - Slide

Interne schrijfopdrachten

Als je voor een organisatie werkt, kun je interne schrijfopdrachten krijgen, dat kan de opdracht zijn om een interne uitnodiging te maken, notulen te schrijven of een agenda voor een vergadering op te stellen.

Hierbij is het belangrijk dat je de huisstijl van de organisatie gebruikt.

Slide 23 - Slide

Huisstijl
De huisstijl van een bedrijf of organisatie is de visuele identiteit die bestaat uit verschillende grafische elementen zoals een logo, de kleurstelling en lettertype.

Slide 24 - Slide

Lesdoelen terugblik
Periode planning
Afspraken in de klas
Leerdoelen Thema Communicatie op de werkvloer
Kun je het verschil benoemen tussen formeel en informeel taalgebruik
Kun je de opbouw van een brief benoemen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide