Week 13, les 19 Gebouw en Apparatuurbeheer (W5) en Infobeheer (W2)

• Facility
• MBO
• Studiejaar 1

Facility les 19

Lesprogramma

08.30 -08.35 uitleg lesprogramma

08.35 - 08.45 terugblik vorige les (les 17 - GB/App + Info) - leerdoelen (oud)

08.45 - 09.30 Onderdeel 1: Hoofdstuk 11.8.3, 11.8.4  + Gebouw en Apparatuur planning - leerdoelen nieuw

09.30 - 09.45 pauze

09.45 - 10.30 Onderdeel 2: Hoofdstuk 4.4- 4.6 Werken met informatie

10.30 - 10.50 Gelegenheid tot opdrachten maken

10.50 -11.00 afronden en afspraken maken in Teams

W5 Gebouw en Apparatuur beheer (hoofdstuk 11.8)

Leerdoelen oud

1. Wat is een 'MJOP'
2. waarom lange termijnonderhoud?
   
3. Wie stelt een onderhoudsplanning op

11.8.2

In een MJOP kunnen drie zaken worden onderscheiden;

• Tijd (planning, tijdstip bepalen)
• Geld (budget, begroting)
• Kwaliteit (niveau van afwerking en waaraan wil je het geld uitgeven?)

W5 Gebouw en Apparatuur beheer (hoofdstuk 11.8.2, 11.8.3, 11.8.4)

Leerdoelen nieuw

1. Planning, Raming en Begroting 11.8.2
2. Wat is het toepassingsgebied van een MJOP (11.8.3)?
   
3. Hoe ontstaat en hoe wordt een MJOP opgezet (11.8.4)?
4. Wat is vastgoed(beleid)?

11.8.3 Toepassingsgebied

MJOP kan op meerdere sectoren worden o.a. toegepast te weten:

• Sociale huisvesting
• Woongebouwen, appartementcomplexen
• Zorginstellingen
• Overheidsgebouwen
• Onderwijsgebouwen

Opdracht 1-les 19

1. Maak opdracht 11.11
2. Geef vier voorbeelden van sociale woningbouwcooperaties

11.8.4 Opzet MJOP

MJOP wordt gevraagd of verlangd door de eigenaar of gebruiker van een pand = grip houden op het pand

Vastgoedbeleid = geheel van plannen die je hebt over wat er met het gebouw wilt doen voor langere termijn (10-50 jaar)

- kopen, huren, sluiten, verkopen, verbouwen, verhuren, 

Een MJOP geeft inzicht in:

• Welke elementen, materialen
• welke kosten
• welk moment en frequentie
• welke activiteiten 

Opdracht 2-les 19

Onderzoek op je stage het volgende:

• Wat is het vastgoedbeleid van je stagebedrijf
• Wie is eigenaar van het gebouw van je stage?
• Is er sprake van een MJOP?

Leerdoelen onderdeel 1 bereikt?

Pauze

Max 15 minuten

Bespreken toets W2 Infobeheer

Leerdoelen les 11-15 (oud): Verwerken van informatiegegevens (= Werkproces 2) 

• 3.8 Goederenbeheer, hoe uit te voeren?
• 3.8.2 FIFO/LIFO - goederenbeheermethode, de verschillen?
• 3.8.3 opslag levensmiddelen, hoe en waarom?
• 3.8.4 gekoelde opslag, welke condities?
• 3.8.5 Diepvriesopslag, welke condities?
• 4.1 -4.4 Voorraadgegevens verwerken

4.5 verschillende voorraadindelingen

Optimale bestelhoeveelheid

Ideale verhouding tussen bestelkosten en voorraadkosten

service graad en levertijden

Hoe hoger de servicegraad, hoe hoger de voorraad

Hoe langer de levertijd, hoe hoger de (overbrugging) voorraad

Geef van beide een voorbeeld van drie (facilitaire) producten

Leerdoelen les 10-17(oud): Verwerken van informatiegegevens (= Werkproces 2) 

• 3.8 Goederenbeheer, hoe uit te voeren?
• 3.8.2 FIFO/LIFO - goederenbeheermethode, de verschillen?
• 3.8.3 opslag levensmiddelen, hoe en waarom?
• 3.8.4 gekoelde opslag, welke condities?
• 3.8.5 Diepvriesopslag, welke condities?
• 4.1 -4.4 Voorraadgegevens verwerken

Leerdoelen les 13-19(nieuw): Verwerken van informatiegegevens (= Werkproces 2) 

• 4.5 Voorraadindelingen kennen 

4.5 Verschillende voorraadindelingen

Voorraad = de hoeveelheid producten die beschikbaar zijn voor productie of verkoop

Voorraadindeling (goederenstroom)

• Grondstoffen = basisstoffen
• Halffabricaten = Heeft nog bewerking nodig
• Pijplijn-transportvoorraad = goederen onderweg
• Hulpstoffen = materialen bij productie
• Eindproducten = gereed product
• retourgoederen = niet gewenst product

Opdracht: 

Bedenk van een Bakkerij een voorbeeld van :

grondstof, halffabricaat, Pijplijn/ transportvoorraad, hulpstoffen en een eindproduct

Voorraad naar functie

Ontkoppelvoorraad = productie vindt (ruim) eerder plaats dan productie/ verkoop (bv Appels/ graan)

Veiligheidsvoorraad = buffervoorraad (reserve)

Seizoenvoorraad = verwachte vraag in bv Kerstseizoen

Speculatie- strategische voorraad = inspelen op marktwerking (gas/olie)

Restantvoorraad = dreigend onverkoopbare voorraad

Naar de theoretische berekende voorraad

• Economische voorraad = voorraad waarover de onderneming prijsrisico loopt
• Technische voorraad = werkelijke voorraad
• Administratieve voorraad = Boekhoudkundige (vastgelegde voorraad)
• Derving = Administratieve voorraad - werkelijke voorraad

Economische Voorraad (blz 128)

Technische voorraad 

+ voorinkopen (al besteld, nog niet geleverd)

- voorverkopen (al verkocht, nog niet geleverd)

= economische voorraad 

Maken opdracht 4.06/ 4.07

Derving

Criminele derving = diefstal

administratieve derving = fout in de administratie

Vraag: geef drie mogelijke oorzaken van administratieve voorraadverschillen die kunnen ontstaan

Leerdoelen gehaald?

Evaluatie van de les

Was er voldoende variatie in de les om de doelen te begrijpen?

😒🙁😐🙂😃