Opbouw van een tekst B4K4

Welkom

Pak je boek, schrift, pen.
Zorg dat je telefoon uit staat en dat je telefoon uit het zicht is.
Wacht tot de les begint.


1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom

Pak je boek, schrift, pen.
Zorg dat je telefoon uit staat en dat je telefoon uit het zicht is.
Wacht tot de les begint.


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

De indeling van een tekst
Hoofdstuk 1, Lezen, 
blz. 12-19 (Basis).
blz. 12 t/m 17(Kader).

Slide 3 - Slide

Doel 
  • Je herkent de opbouw (structuur) van een tekst.
  • Je weet wat deelonderwerpen zijn.
  • Je kunt onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.
  • Je weet welke functies inleiding en slot kunnen hebben..

Slide 4 - Slide

Indeling teksten
(Titel)
Inleiding 
Middenstuk (Kern)
Slot

Slide 5 - Slide

Doel van de titel?

Slide 6 - Mind map

Titel

De titel verraadt al veel.
Het trekt de aandacht; ga je de tekst lezen of niet?
De titel noemt vaak al het onderwerp.

Slide 7 - Slide

Opbouw van een tekst
Titel: trekt de aandacht
Inleiding: onderwerp wordt duidelijk (zie volgende dia).
Middenstuk: verschillende kanten van het onderwerp worden besproken (deelonderwerpen).
Slot: samenvatting, conclusie, verwijzing naar begin tekst, advies. 


Slide 8 - Slide

Inleiding
- introductie (voorstellen) van het onderwerp of een persoon.
- de aanleiding voor het schrijven van de tekst wordt genoemd.
- de schrijver trekt de aandacht met een voorbeeld, anekdote, belangrijke vraag, mening.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is volgens jou het onderwerp van dit artikel?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Middenstuk en slot
D
Inleiding en slot

Slide 16 - Quiz

Wat is waar?
A
In de inleiding staat de conclusie
B
In de inleiding geef je aan waar het over gaat
C
De inleiding begint altijd met een vraag

Slide 17 - Quiz


Middenstuk
Verschillende kanten 
van het onderwerp. Vaak meerdere alinea's 
en ook tussenkopjes (deelonderwerpen)



Slide 18 - Slide

Middenstuk
  • De verschillende kanten van een onderwerp komen aan de orde.
  • Dit gebeurt met behulp van deelonderwerpen.
  • Alinea's (eventueel met tussenkopjes).
  • Bijvoorbeeld: een tekst over phishing
  • Deelonderwerpen kunnen dan zijn: gevaarlijke e-mails, criminaliteit, financiële schade, aangifte doen bij de politie, etc.

Slide 19 - Slide

Slot
Laatste alinea in de tekst. 
Het slot kan zijn:
1. Samenvatting.
2. Conclusie (let op het signaalwoord DUS).
3. Een antwoord op de vraag die in de inleiding werd gesteld.
4. Een advies.
5. Een waarschuwing.

Slide 20 - Slide

Slot vervolg


  • Activeren --> de schrijver wil dat een lezer iets gaat doen, bijvoorbeeld een product kopen
  • Advies --> de schrijver geeft de lezer advies
  • Oplossing --> de schrijver geeft een oplossing voor het probleem dat in de tekst is beschreven


Let op signaalwoorden in het slot: dus, al met al 


Slide 21 - Slide

Basis: Aan de slag
Maak opdracht 3 en op blz. 14-15.
Lees goed!

Slide 22 - Slide

Kader: Aan de slag
Maak opdracht 1 en 2 op blz. 12 t/m 15.
Lees goed!

Slide 23 - Slide