Informatie en data quiz

"ICT" betekent...
A
Internet- en computertechnologie
B
Informatie- en communicatietechnologie
C
Internet- en communicatietechnologie
D
Informatie- en computertechniek
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

"ICT" betekent...
A
Internet- en computertechnologie
B
Informatie- en communicatietechnologie
C
Internet- en communicatietechnologie
D
Informatie- en computertechniek

Slide 1 - Quiz

Wat betekent de informatie-eis "relevantie"?
A
Is de informatie correct en afkomstig van een goede bron?
B
Is de informatie afgestemd op het te bereiken doel?
C
Is de informatie op het juiste moment beschikbaar?
D
Is de informatie goed gestructureerd?

Slide 2 - Quiz

Bij welke informatie-eis stel je de vraag "ontbreekt er iets?"
A
Betrouwbaarheid
B
Doelgerichtheid
C
Volledigheid
D
Beschikbaarheid

Slide 3 - Quiz

Volgens de AVG mag een organisatie alleen gegevens verzamelen die...
A
...de privacy van de gebruiker niet schenden
B
...elektronisch vast te leggen zijn
C
...niet te verwijderen zijn
D
...nodig zijn voor een taak of doel

Slide 4 - Quiz

Hoe noem je een samenhangend geheel van onderdelen die een gemeenschappelijk doel dienen.
A
Projectplan
B
Informatie
C
Systeem
D
Automaat

Slide 5 - Quiz

Hoeveel vormen van dataverwerking zijn er?
A
twee
B
drie
C
zes
D
tien

Slide 6 - Quiz

Een schematische tabel: hoe noem je de oranje balk?
A
Sleutel
B
Data
C
Record
D
Bestand

Slide 7 - Quiz

Een webservice is software. Waar draait deze software?
A
In de app op je telefoon
B
Op de webserver
C
In de Wifi-chip
D
Op internet

Slide 8 - Quiz

Hoe heet het systeem waarmee dataverwerking plaatsvindt?
A
DNS
B
Linux
C
RAM
D
DBMS

Slide 9 - Quiz

Met welke programmeertaal kun je op een DBMS terecht?
A
SQL
B
Basic
C
Python
D
Bash

Slide 10 - Quiz

Wat is GEEN eigenschap van Big Data?
A
Veel verscheidenheid
B
Eenvormigheid
C
Snelheid
D
Complexiteit

Slide 11 - Quiz