Les 4 van burgeroorlog tot Vijfjarenplan

Geschiedenis
Maar eerst lezen...
Les 4 van burgeroorlog tot Vijfjarenplan
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Geschiedenis
Maar eerst lezen...
Les 4 van burgeroorlog tot Vijfjarenplan

Slide 1 - Slide

Heb je het huiswerk af?

Je mag 1 vraag of 2 deelvragen (a, b)
niet hebben.

Slide 2 - Slide

Bij wie hoort:
"Boeren zijn de motor van een socialistische revolutie (met geweld)."
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 3 - Quiz

Bij wie hoort:
"Wij zien de mir als iets moois, dit is voor ons de ideale bestuurseenheid"
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 4 - Quiz

Bij wie hoort:
"De arbeidersklasse zal in opstand moeten komen"
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 5 - Quiz

Bij wie hoort:
"Onze ideologie wordt ook wel boerensocialisme genoemd"
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 6 - Quiz

Bij wie hoort:
"De staat, tsaar, kerk en privé-bezit moet allen worden afgeschaft"
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 7 - Quiz

0

Slide 8 - Video

Leerdoelen
Je weet uit welke partijen de Russische burgeroorlog bestond.

Je kunt uitleggen wat oorlogscommunisme is.

Je kunt uitleggen waarom de NEP nodig was.

Slide 9 - Slide

Rood tegen Wit
Deelname aan de Eerste Wereldoorlog wordt stopgezet door Lenin: Vrede van Brest-Litovsk (maart 1918)
Rusland verliest:
  • Oekraine
  • Russisch Polen
  • Baltische Staten (Es, Let, Lit)
  • Finland
 
Daarna burgeroorlog: Roden  tegen Witten
De Witten (Mensjewieken / minderheid):
- Officieren trouw aan de tsaar
- Zonen van adel / bourgeouisie
- Nationalisten, gesteund door het Westen
- Koelakken=rijke boeren
  




Slide 10 - Slide

Rood tegen Wit
De Roden (Bolsjewieken / meerderheid of socialisten/communisten))
  • Arbeiders
  • Arme boeren
(o.l.v. Vladimir Lenin, Leon Trotski)
Grootschalige plunderingen Bojaren en rijken door aanhangers van Lenin 
Het Rode Leger (onder dwang gevormd door Trotski)
1918: 430.000 man
1920: 5.300.000 man
(o.a. ook doordat veel arme boeren bang zijn voor een terugkeer van de tsaar) 

1922: Bolsjewieken / socialisten winnen de burgeroorlog



Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Oorlogscommunisme
Poging van de nieuwe communistische regering:
  • Boeren moeten gratis graan en vlees leveren
  • Fabrieken moeten staatseigendom worden


Deze poging mislukt:
  • Veel van de landbouwgronden zijn al overgenomen door arme boeren (ook Roden)
  • Het verzet is groot (ophalers graan en vlees worden vermoord)

Gevolg:                      Tienduizenden onwillige boeren vermoord / naar strafkampen
                                     Het instorten van de (voedsel)productie, uitbreken van hongersnoden

Slide 13 - Slide

Nieuwe Economische Politiek
Poging van de regering om steun te krijgen:
  • Boeren mogen weer grond bezitten (eerder alles staatsbezit gemaakt).
  • Boeren mogen weer producten vrij verkopen, mits er belasting wordt afgedragen.
  • Winkels, werkplaatsen en kleine fabrieken weer privébezit.
  • Mijnbouw en zware fabrieken (industrie) blijven wel in handen van de staat.


Josef Stalin steunt de NEP van Lenin  en krijgt steeds meer macht.
1924 Stalin volgt Lenin op als partijleider maar schaft de NEP af.

Slide 14 - Slide

Collectivisatie in de industrie
  • Planeconomie / Vijfjarenplannen: voor de industrie wordt bepaald wat er geproduceerd moet worden (termijnen van 5 jaar).

  • Economisch gezien werkte dit rampzalig,
    er waren altijd tekorten.

  • Maar de Sovjet-Unie kan hierdoor sneller industrialiseren dan kapitalistische landen met vrije markt-economie.

Slide 15 - Slide

Collectivisatie in de landbouw
  • Ook collectivisatie in de landbouw: Kolchozen (boerderijen mét vrijheid) en Sovchozen (boerderijen zonder vrijheid, staatseigendom).

  • Idee: zo kunnen de boerderijen meer en goedkopere produceren leveren aan de staat, kon de opbouw van industrie van worden betaald.

  • Realiteit: Rampzalig, veel tekorten

Slide 16 - Slide

Hoe zag de Sovjet-Unie onder Lenin er uit?
  • Eén partij heeft de macht en leidt de revolutie: de Communistische Partij. Dit heet ook wel: eenpartijdictatuur

  • Breuk met ideeën van Marx: die geloofde dat de wereldrevolutie door de arbeidersklasse zou worden geleid.

  • Geheime politie (NKVD) rekent af met ‘vijanden’ van de Revolutie

Slide 17 - Slide


Oorlogscommunisme

  • Boeren moeten gratis graan en vlees leveren
  • Fabrieken moeten staatseigendom worden
  • Privé-eigendom is illegaal (en dus strafbaar)
  • Arbeiders moeten inzetbare 'arbeidslegers' worden
  • Gevolg: tienduizenden onwillige boeren vermoord of naar strafkampen gestuurd en en uitbreken van hongersnoden

Slide 18 - Slide


Nieuwe Economische Politiek
vanaf 1921



  • Het oorlogscommunisme werkt niet en leidt tot veel weerstand van de bevolking.
  • Tegen de onwil van het volk valt niet te strijden: Lenin komt met de N.E.P.
  • Een deel van oogst mag weer op vrije markt worden verkocht.

Slide 19 - Slide

Huiswerk (pak je agenda)




                            

                           
                               
                                   
                                       
       
           
               
       
   
               
                   
                   
                       
                           
   
     
       
 
   
   
   
   
   
   
   
     
       
       
     
   
 

   
   

   
   

   
   

   
       
           
               
 
   
   
   
   
       
           
                Vragen over de vorige les????
           
       
       
   
   
   
 
 
           
       
   

 
 
 
     
   
   
   
     
   
 
                       
                   
               
               
                   
                       
                         Jagers en Verzamelaars
                   
               
               
                     
               
               
                   
                       
                           
                             
                           
                       

                   
               
           
       
   

                                   
                               
                           

                           
                       
Twee revoluties in 1 jaar

Slide 20 - Slide