Nederlands B2-21 P2 les 10 versie C-klas

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Mededeling voor Jesse en Cindy

• Uitleg over de examens Lezen/ Luisteren en Schrijven
• Uitleg over de examentraining in Taalblokken
• Dinsdag 21 december 8.30 uur
• Via Teams, Keuzedelen en extra vakken, RT Nederlands

Lees- en schrijfopdracht Jesse en Cindy

• De opdracht staat op BB, Nederlands periode 2.
• Mapje voor de versnellers
• Een artikel lezen en een ingezonden stuk schrijven.
• Lees eerst de opdracht heel goed.
• Vragen stellen kan vanaf ongeveer 11.05 uur.

Elke tekst heeft een doel, bijvoorbeeld informeren of overtuigen.

1. Dat is waar.
2. Dat is niet waar.

De informatie die het belangrijkst is voor het tekstdoel noemen we:

1. Hoofdzaken
2. Bijzaken
3. Voorbeelden

Voorbeelden en extra uitleg zijn ook hoofdzaken.

1. Dat is waar.
2. Dat is niet waar.

"Ik ben mijn hele leven al met techniek bezig. We zijn met ons gezin zelfs een keer niet op vakantie geweest, om voor mij een lasapparaat te kunnen kopen." De tweede zin is...

1. een hoofdzaak
2. een bijzaak

"Er zijn 12 fietscomputers getest met prijzen tot 80 euro. Zes daarvan zijn bedraad en zes zijn draadloos."
In welke zin staat de hoofdzaak?

1. In de eerste zin.
2. In de tweede zin.

In een samenvatting noem je alleen de hoofdzaken.

1. Dat is waar.
2. Dat is niet waar.

Hoofd- en bijzaken op het niveau van een alinea.

Opdracht in groepjes

• Je gaat van de rest van dit artikel van iedere alinea de kern opschrijven.
  
• Het artikel staat in BB, periode 2, les 2.10.
  
• Je levert jullie uitwerking in via het inleverpunt in BB.
  
• Per groep één keer inleveren, met alle namen erop.
  

Afsluiting. Tips of tops voor de docent?