woorden H1.5

nakijken spelling 
begin woorden H1.5 

nieuws kijken
bespreken toets woensdag
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

nakijken spelling 
begin woorden H1.5 

nieuws kijken
bespreken toets woensdag

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lezen (10 min.)
  • Spreekwoord
  • Toets bespreken
  • Nieuws kijken

Slide 2 - Slide

timer
10:00

Slide 3 - Slide

Toets bespreken
- J

Slide 4 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lezen (10 min.)
  • Spreekwoord
  • Nakijken spelling
  • Versterk jezelf - persoonsvorm tegenwoordige tijd 

Slide 5 - Slide

timer
10:00

Slide 6 - Slide

Geen haan die er naar kraait.

Slide 7 - Slide

Geen haan die er naar kraait.
= niemand zal het weten

Slide 8 - Slide

Nakijken spelling

Slide 9 - Slide

Versterk jezelf
persoonsvorm tegenwoordige tijd



Klaar? Test jezelf 1.8 maken

Huiswerk: dicteewoorden van woorden H1.5 leren

Slide 10 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lezen (10 min.)
  • Spreekwoord
  • Quiz
  • Aan het werk

Slide 11 - Slide

timer
10:00

Slide 12 - Slide

Hij praat met een hete aardappel in de keel.

Slide 13 - Slide

Hij praat met een hete aardappel in de keel.
= hij praat op een bekakte manier

Slide 14 - Slide

achterhalen
A
te weten komen
B
ophalen

Slide 15 - Quiz

de data
A
de gegevens
B
de dag

Slide 16 - Quiz

universele
A
zender die elke tv heeft
B
over de hele wereld hetzelfde

Slide 17 - Quiz

passeren
A
langs iets of iemand gaan
B
een kledingstuk uitgebreid passen

Slide 18 - Quiz

virtueel
A
een 4D-bril
B
wat alleen digitaal bestaat

Slide 19 - Quiz

interactief
A
op elkaar kunnen reageren
B
spelletjes die je samen online speelt

Slide 20 - Quiz

de laster
A
een lastpak
B
gemene dingen die niet waar zijn

Slide 21 - Quiz

een eigen leven leiden
A
zelfstandig verder gaan zonder dat iemand er controle over heeft
B
iemand die alleen maar ongecontroleerd dingen doet

Slide 22 - Quiz

Maken H1.5
BK:    1 t/m 8
KGT:  1 t/m 7 
H:       1 t/m 5

Klaar? Elkaar (zachtjes) overhoren met de dicteewoorden!

Slide 23 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lezen (10 min.)
  • Spreekwoord
  • Uitleg over voorvoegsels
  • Oefenen met voorvoegsels
  • Aan het werk

Slide 24 - Slide

timer
10:00

Slide 25 - Slide

Iemand de hielen laten zien.

Slide 26 - Slide

Iemand de hielen laten zien.
= inhalen of beter presteren dan de ander

Slide 27 - Slide

Voorvoegsels (1)
Bij sommige woorden kun je een stukje vóór het woord toevoegen: een voorvoegsel
Voorbeeld: on + rustig = onrustig

Een voorvoegsel bestaat niet als los woordje. Het heeft vaak wel een betekenis. Bijvoorbeeld:
on- = niet
her- = opnieuw

Een voorvoegsel kan helpen om achter de betekenis van een woord komen.

Slide 28 - Slide

Voorvoegsels (2)

Slide 29 - Slide

Oefenen met voorvoegsels
her-
on-
in-

Slide 30 - Slide

Aan het werk H1.5
BK: 9 t/m 14
KGT: 8 t/m 15

Klaar? Elkaar (zachtjes) overhoren met de dicteewoorden!

timer
10:00

Slide 31 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Lezen (7 min.) 
  2. Spreekwoord
  3. Oefenen voor de toets

Slide 32 - Slide

timer
7:00

Slide 33 - Slide

Tussen de wal en het schip geraken.

Slide 34 - Slide

Tussen de wal en het schip geraken.
= in de knel komen, iets raakt zoek

Slide 35 - Slide

Neem de zinnen over met hoofdletters en leestekens 

  1. michael vroeg aan storm hoe laat vertrekt de bus 
  2. ik heb geen idee zei storm

Slide 36 - Slide

Vul de juiste vorm van het werkwoord in
1. ... (vinden) je moeder dit nummer ook zo mooi?
2. ... (worden) je broertje om 17:00 uur thuisgebracht?
3. ... (worden) je opgehaald door je vader?

Slide 37 - Slide

Leren voor de toets
Manieren om te leren:
1. Test jezelf van H1.5 en H1.8 nog een keer maken
2. Toetsvragen bedenken en later uitwisselen binnen je tafelgroep
3. Samenvatting maken

In stilte (10 min.) 
timer
10:00

Slide 38 - Slide