Oncologie

1 / 45
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weten jullie over oncologie?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Waar denk je aan bij kanker?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Kankercel
  1. DNA van enkele cellen is beschadigd
  2. Mutatie (gezonde cellen krijgen een signaal om te stoppen met celdeling, kankercellen niet)
  3. Cellen blijven zich delen, zonder remming
  4. Nieuwe kopieën van cellen hebben dezelfde beschadiging in DNA
  5. Ophoping van cellen = tumor

Slide 14 - Slide

In het begin kan het lichaam de kankercellen nog opruimen, daarom zijn er nog geen klachten in het begin en daarom geen veranderde waarde in bloedbeeld.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Risicofactoren
  1. Leeftijd 
  2. Geërfd DNA 
  3. Infecties (bijv. HPV)
  4. UV-straling en ioniserende straling
  5. Kankerverwekkende chemicaliën
  6. Leefstijl (overgewicht, roken)

Slide 17 - Slide

Leeftijd: (hoe meer celdelingen, hoe grotere kans op fouten)

Mensen die op jonge leefstijd radiotherapie hebben gekregen, krijgen later vaker kanker dan mensen die geen radiotherapie hebben ondergaan.


Stoffen: asbest, roken, alcohol
De 9 - alarmsignalen

1. Blijvende hoest, soms met ophoesten van bloed en slijm of heesheid
2. Slikproblemen
3. Moedervlekken die er afwijkend uitzien
4. Een schilferende plekje op de huid
5. Een knobbeltje ergens in het lichaam
6. Ongewoon vaginaal bloedverlies (vrouwen) of zaadbalklachten (mannen)
7. Problemen bij of veranderingen van de ontlasting
8. Problemen of veranderingen bij het plassen
9. Gewichtsverlies zonder aanleiding


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vormen van kanker
  • Carcinomen Bijv. huidkanker, longkanker, dikke darmkanker, maagkanker, borstkanker, prostaatkanker.
  • Sarcomen Bijvoorbeeld een osteosarcoom is een kanker van botweefsel.
  • Leukemieën en lymfomen  Bijvoorbeeld leukemie is een kanker van de cellen die de witte bloedcellen maken.
  • Pla

Slide 20 - Slide

Carcinomen zijn kankers die ontstaan uit cellen die lichaamsoppervlakken bekleden of de bekleding van een klier vormen. (Bijv. huidkanker, longkanker, dikke darmkanker, maagkanker, borstkanker, prostaatkanker)
Sarcomen zijn kankers die ontstaan uit cellen die het bind- en steunweefsel vormen, zoals botten en spieren. Bijvoorbeeld een osteosarcoom is een kanker van botweefsel.
Leukemieën en lymfomen zijn kankers uitgaande van de cellen in het beenmerg en en de lymfeklieren. Bijvoorbeeld leukemie is een kanker van de cellen die de witte bloedcellen maken.

cytostatica

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Mammacarcinoom

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Maak de zin af:
Borstkanker komt in
Nederland voor bij
timer
0:30
A
1 op de 10 vrouwen
B
1 op de 12 vrouwen
C
1 op de 4 vrouwen
D
1 op de 7 vrouwen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Feiten
  • Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen
  • 1 op de 7 vrouwen krijgt borstkanker
  • 1 op de 27 vrouwen overlijdt aan borstkanker
  •  BVO vrouwen tussen 50-75 jaar elke 3 jaar

Bron: Borstkanker.nl, volksgezondheidenzorg.info, NKR

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Cijfers 
Borstkanker

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

1:7 vrouwen
2019 15.000
Dagelijks sterven er 8 vrouwen aan mamaca, 3.000 per jaar
28% vd malign bij vrouwen
20%<50 jr
88%>5 jr overleving
Genetische mutaties: BRCA1&2, check2, P53, PTEN, ATM

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Risicofactoren 
bron: Juf Daniëlle

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Risicofactoren 
  • zwanger op jonge leeftijd
  • vaak zwanger geweest
  • lange tijd borstvoeding gegeven

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Welke symptomen kunnen duiden op borstkanker?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Diagnostiek
bron: Juf Daniëlle

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Bevolkingsonderzoek borstkanker

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

ablatie/resectie/amputatie

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Borstamputatie / ablatio

Slide 37 - Slide

Bij een ablatio verwijdert de chirurg al het borstklierweefsel, tepel en tepelhof. De borstspier blijft gespaard.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

De schildwachtklier wordt ook wel poortwachtersklier of sentinel node genoemd

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Okselkliertoilet
  • in de oksel zitten 10-35 lymfelieren
Bij een okselkliertoilet worden operatief alle lymfeklieren met het omliggend vetweefsel in de oksel worden verwijderd.

Deze operatie kan op twee momenten plaatsvinden:

  • Tegelijkertijd met de operatie aan uw borst. Dit gebeurt wanneer er voor de operatie al aangetoond is dat er kwaadaardige cellen in een lymfeklier in de oksel zitten.
  • Na het onderzoeken van de schildwachtklier. Dit betekent dat in een tweede operatie alle lymfeklieren in de oksel verwijderd worden.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions

TNM systeem
T = Tumor (T1-T4)

N = (Node) aan lymfeklier (N0- N2)

M = metastasen op afstand (M0- M1)




Dit geeft het stadium van de ziekte aan

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Behandel methoden
  • Chirurgie
  • Radiotherapie
  • Chemotherapie
  • Hormonale therapie
  • Hyperthermie/cryo-ablatie
  • Beenmerg- of stamceltransplantatie
  • Immunotherapie

                                              Combinatie van methoden

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Verpleegkundige aandachtspunten
Pijnbestrijding
Ondersteuning bij voeding
Zorg voor en na behandelingen
Voorlichting geven
Bescherming bij uitscheidingsproducten
Psychische en sociale ondersteuning

Slide 45 - Slide

This item has no instructions