ik kan deze woordsoorten benoemen in een zin: zn, bn, lw, bw, vz, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, betr.vnw
Beantwoord de vragen uit je hoofd.
Zo check je het beste of je alles begrijpt.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 5 min
Items in this lesson
Leerdoel gehaald?
Leerdoel les (13 september):
ik kan deze woordsoorten benoemen in een zin: zn, bn, lw, bw, vz, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, betr.vnw
Beantwoord de vragen uit je hoofd.
Zo check je het beste of je alles begrijpt.
Slide 1 - Slide
Benoem de zn uit deze zin. Noteer met steeds een komma ertussen. Directeur Wim van As ging van een viskraam op de Albert Cuyp naar een miljoenenbedrijf.
Slide 2 - Open question
Benoem de bn uit deze zin. Noteer met steeds een komma ertussen. Met loeiende sirenes protesteert de Rotterdamse politie voor een betere CAO.
Slide 3 - Open question
Benoem de bn uit deze zinnen. Noteer met steeds een komma ertussen. Het feestje van de buren was erg lawaaierig. De knalharde muziek werd pas om drie uur uitgezet.
Slide 4 - Open question
Is het woord een bn of een bw?
De jongen rent [snel] naar huis.
A
bn
B
bw
Slide 5 - Quiz
Is het woord een bn of een bw?
Max Verstappen is de [snelste].
A
bn
B
bw
Slide 6 - Quiz
Is het woord een bn of een bw? Demi Vollering is een [heel] getalenteerde wielrenster.
A
bn
B
bw
Slide 7 - Quiz
Wat voor soort voornaamwoord is dit?
Hij gaf [het] aan hen.
A
pers.vnw
B
aanw.vnw
C
is geen vnw, maar een lidwoord
D
bez.vnw
Slide 8 - Quiz
Wat voor soort voornaamwoord is dit?
[Wie] het weet, mag het zeggen.
A
pers.vnw
B
aanw.vnw
C
betr.vnw
D
vrag.vnw
Slide 9 - Quiz
Leerdoel gehaald?
Alles foutloos? Goed bezig!
Wel nog een foutje gemaakt? Kijk welke woordsoort je nog verder moet oefenen en vraag om uitleg in de les.