Neem de GROOTGEDRUKTE woorden uit onderstaande zinnen over en zet de woordsoort erachter. Kies uit: blw, olw, zn, bn, zww, hww, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw, onbep.vnw, vz, bw, telw, vgw
TIJDENS de lange wandeling kreeg ik KLEINE beukennootjes op MIJN hoofd. Het deed geen pijn, maar het was HEEL vervelend.