H1 letter rekenen 19 thuis oefenen

H1 thuis oefenen - oefenopdracht met regel en oplossing op de volgende sheet
breuken optellen/aftrekken betekent eerst gelijknamig maken!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 thuis oefenen - oefenopdracht met regel en oplossing op de volgende sheet
breuken optellen/aftrekken betekent eerst gelijknamig maken!

Slide 1 - Slide

Gelijksoortige termen:
4x – 5y + 7x + 3y =

Slide 2 - Slide

Een term is een getal met een letter en het teken ervoor (+ of -). Het kan ook alleen een letter zijn. Gelijksoortig zijn termen alleen als de letters of de lettercombinatie hetzelfde zijn!

4x – 5y + 7x + 3y = 4x + 7x -5y + 3y = 11x – 2y

Valkuil: plus of min-teken niet bij de term nemen of slordig bij +/- optellen en aftrekken (voorbeeld: -3x – 4x = -7x / -3x + 4x = 1x)

Slide 3 - Slide

1.1 Haakjes wegwerken:
3 (2a + 4) =
(x + 1) (x+ 2) =

Slide 4 - Slide

Valkuil: minteken over het hoofd zien!!!

Slide 5 - Slide

1.2 merkwaardige producten DEZE moet je uit je hoofd leren!!!

(a+b) = a² +2ab + b²
 (a-b)² = a² -2ab + b²
(a+b) (a-b) = a² - b²

Slide 6 - Slide

1.3 Breuken vereenvoudigen

Slide 7 - Slide

1.3 ongelijknamige breuken optellen
3 + 2x
X    5

Slide 8 - Slide

Voor het gelijknamig maken moet je de eerste breuk met de noemer (onder) van de tweede breuk keer nemen en de tweede breuk met de noemer van de eerste breuk.

Slide 9 - Slide

1.4 Breuken vermenigvuldigen en delen
Vermenigvuldigen = teller x teller
                               noemer x noemer

delen = 
1e stap: de tweede breuk omdraaien!!,
2e stap: het deelteken veranderen in een keerteken
3e stap:  verder als bij vermenigvuldigen


Slide 10 - Slide

1.5 Herleiden van machten
Gelijksoortig zijn machtsuitdrukkingen alleen als grondgetal en exponent hetzelfde zijn en dan kunnen zij worden opgeteld of afgetrokken.
a³ + 3a³ = 4a³


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

1.5 Het product van machten

3p6 ∙ 4p8 =

4x³ ∙ -7y² = 

Slide 13 - Slide

3p6 ∙ 4p8 = 12 p 6+8 = 12 p14

4x³ ∙ -7y² = -28 x³y²
als de letters niet dezelfde zijn, kunnen de exponenten niet opgeteld worden!!!

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

1.5 macht van een product

(pq)3   

1.5 machten delen
a
a3      = 
 

Slide 16 - Slide

(pq)3 = p3q3

a7
a3    =  a7-3 = a4

Slide 17 - Slide