Les 11: Plant, dier & gedrag - Klas 1 havo (2023/2024)

Plant, dier & gedrag




Mens & Natuur
1 Havo
Periode 2
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

Plant, dier & gedrag




Mens & Natuur
1 Havo
Periode 2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Nieuwe afspraken/regels

  • Telefoons zijn verboden in de les! Toch gebruiken; inleveren en einde van de dag ophalen!
  • Geen jassen en niet eten/drinken in het lokaal!
  • Spullen in orde; chromebook, schift, agenda, enz.
  • Als ik aan het woord ben is het stil!
  • Steek je vinger op! 
  • Actieve werkhouding

Slide 3 - Slide

Lesprogramma

  • Terugblik vorige les
  • Praktijkkaart 3: Fantasiedier
  • Bijenhotel
  • Afsluiting

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Je benoemt het verschil tussen omnivoren, herbivoren en carnivoren en geeft daarbij aan welke soort kiezen deze groepen dieren hebben.
  • Je benoemt hoe de vorm van het lichaam is aangepast aan de functie.
  • Je verklaart waarom poten van een dier zijn aangepast aan de omgeving waarin een dier leeft en gebruikt hierbij de begrippen; topganger, teenganger en zoolganger.
  • Je verklaart het verschil tussen warm- en koudbloedige dieren en hun aanpassingen die hiermee gepaard gaan. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Terugblik vorige les 
Beantwoord de volgende vragen in je aantekeningenschrift:

  1. Wie is Charles Darwin en wat bedoelde hij met de evolutietheorie?
  2. Wat is natuurlijke selectie en hoe draagt dit bij aan het onstaan van nieuwe soorten?
timer
2:50

Slide 7 - Slide

Evolutietheorie               vs                      Schepping 
Soorten zijn ontstaan uit één gemeenschappelijke voorouder
Wereld en soorten zijn geschapen door God

Slide 8 - Slide

Natuurlijke selectie 

Slide 9 - Slide

Nieuwe soorten

Slide 10 - Slide

Fantasiedieren

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
We gaan aan de slag met praktijkkaart 3 


  • Maak tijdens de uitleg aantekeningen op je factsheet in het bijbehorende hokje (fantasiedier)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Spijsvertering
Tanden
   Carnivoor             Herbivoor

Slide 14 - Slide

  • Topgangers: zijn snel en hoog hebben goed overzicht (paard, giraffe)
  • Teengangers: Snelle en goede sprinters en springers (katten, luipaarden)
  • Zoolgangers: Veel oppervlakte lopen op de hele voet en kunnen vaak grote stukken lopen en in drassige gebieden (mens, beer)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
  • Ga aan de slag met het maken van de opdrachten van 'Praktijkkaart 3: Fantasiedier' op de website  

-> Je krijgt hier 10 min de tijd voor
-> Je mag samenwerken met je buur

Ben je klaar?
  • Laat controleren door de docent
  • Aan de slag met praktijkkaart 3 in de bijlage (onderaan de pagina)



timer
10:00

Slide 17 - Slide

Werkstuk Bijenhotel
1 Havo


Slide 18 - Slide

Aan de slag!
Stap 1: Ga naar de website van MN en open de pagina Techniekvaardigheden. Bekijk/lees de presentatie goed door

Stap 2: Open de Quizizz op de classroom (techniekvaardigheden quiz) Maak de Quizizz zelfstandig en ga voor een score van 60% of hoger

Stap 3: klaar? Laat de docent controleren, daarna inleveren. 
Is de controle bij jou 60% > ? Dan mag jij de komende lessen gaan starten aan het werkstuk. 

     Onvoldoende? = Nieuwe kans


timer
15:00
Ben je eerder klaar?
Aan de slag met jouw werkstuk (Stap 5)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Aan de slag!

  • Ga aan de slag met het maken van stap 5 van het werkstuk. 

-> Je krijgt hier tot het eind van de les de tijd voor
-> Je werkt samen, maar houd het volume laag!

Ben je klaar?
  • Teamleider levert het verslag en logboek in.
  • Vraag aan de docent voor de volgende stap




timer
30:00
Check voordat je gaat bouwen:
  • Stap 1 t/m 4 af en ingeleverd in classroom
  • Voor de techniekvaardigheden quiz is minimaal een score van 60% gehaald.

Slide 21 - Slide

Terugblik leerdoelen
  • Je benoemt het verschil tussen omnivoren, herbivoren en carnivoren en geeft daarbij aan welke soort kiezen deze groepen dieren hebben.
  • Je benoemt hoe de vorm van het lichaam is aangepast aan de functie.
  • Je verklaart waarom poten van een dier zijn aangepast aan de omgeving waarin een dier leeft en gebruikt hierbij de begrippen; topganger, teenganger en zoolganger.
  • Je verklaart het verschil tussen warm- en koudbloedige dieren en hun aanpassingen die hiermee gepaard gaan. 

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda: Dinsdag 16 januari
  • Praktijkkaart 3 maken (inleveren in classroom!)

Slide 23 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 24 - Slide