This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Periode 4: mediawijsheid
Slide 1 - Slide
Waar gaat Mediawijsheid over?
4 onderwerpen van Mediawijsheid:
Social media
Cybercrime
Online vriendschappen
Wijs met nieuws
Slide 2 - Slide
Hoe gaan we werken?
Lessen in LessonUp, dus actieve deelname.
Iedere les inloggen op lessonup.app
Lesopbouw:
Uitleg over de onderdelen
Werken aan opdrachten voor je dossier
Klassengesprekken
Slide 3 - Slide
Hoe wordt er getoetst?
Toets in de toetsweek over de begrippen uit Mediawijsheid.
Toets = maximaal 7 punten van je cijfer.
Dossier voldoende = 3 punten bij je cijfer
Dossier onvoldoende/niet ingeleverd = geen punten!
Bij onvoldoende krijg je 1 kans om je dossier te verbeteren
Slide 4 - Slide
Aanmelden bij LessonUp
Ga naar de link in de Planner
of gebruik de klascode van jouw klas in LessonUp.app
1bd : ofwlt
1bf : dwolo
1bg : ydtzd
Slide 5 - Slide
Nieuwe media
Slide 6 - Slide
Media
Meervoud van medium
Informatie overbrengen naar één of meer personen
Massamedia: Informatie naar heel veel mensen tegelijk.
Oude en nieuwe media.
Slide 7 - Slide
Oude media
Nieuwe media
Internet nodig?
nee
ja
Wie kan berichten plaatsen?
mede-werker
iedereen
Controle op berichten inhoud?
ja
nee
Kan je reageren op een bericht?
Nee
Ja
Kan je berichten delen?
nee
ja
Verschillen oude- en nieuwe media.
Slide 8 - Slide
Iedereen kan dus informatie op internet zetten. Dit wordt niet gecontroleerd. Waar moet je op letten?
A
Dat je alleen informatie moet gebruiken van online tv, radio en kranten.
B
Dat je informatie van het internet nooit moet gebruiken.
C
Of de informatie wel betrouwbaar is.
Slide 9 - Quiz
Sociale media vallen onder nieuwe media.
Hoe is de redactie op sociale media geregeld?
A
Op sociale media is helemaal geen redactie.
B
Op sociale media kunnen berichten achteraf door een redactie worden beoordeeld.
C
Op sociale media worden de berichten vooraf door een redactie beoordeeld.
Slide 10 - Quiz
Algoritmes
Algoritmes zijn berekeningen.
Alles wat je ziet of hoort op internet, wordt voor jou gefilterd door algoritmes.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Wat gebeurt er met jouw zoekresultaten als je Google gebruikt?
A
Google past de zoekresultaten aan aan jouw voorkeuren
B
Google laat zoekresultaten zien van dingen die jij nog niet eerder hebt gelezen
C
Google laat altijd dezelfde zoekresultaten zien
Slide 13 - Quiz
Algoritmes
De algoritmes van het internet bepalen hoe jij de wereld te zien krijgt. Wat je leuk vindt, krijg je vaker te zien.
Dat betekent dus dat je ook heel veel dingen niet (meer) ziet.
Slide 14 - Slide
Filterbubbel
De filterbubbel betekent dat op internet informatie voor jou wordt gefilterd. Je krijgt steeds meer dingen te zien die je toch al interessant of vindt.
Je ziet dan alleen nog maar wat er zich in je eigen bubbel afspeelt. Dat noemen ze de ‘filterbubbel.’