This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Periode 4: mediawijsheid
Slide 1 - Slide
Hoe gaan we werken?
Lessen in LessonUp, dus actieve deelname.
Iedere les inloggen op lessonup.app
Lesopbouw:
Uitleg over de onderdelen
Werken aan opdrachten voor je dossier
Klassengesprekken
Slide 2 - Slide
Hoe wordt er getoetst?
Toets in de toetsweek over de begrippen uit Mediawijsheid.
Toets = maximaal 7 punten van je cijfer.
Dossier voldoende = 3 punten bij je cijfer
Dossier onvoldoende/niet ingeleverd = geen punten!
Bij onvoldoende krijg je 1 kans om je dossier te verbeteren
Slide 3 - Slide
Aanmelden bij LessonUp
Ga naar de link in de email
of gebruik de klascode van jouw klas in LessonUp.app
1bd : ofwlt
1bf : dwolo
1bg : ydtzd
Slide 4 - Slide
Nieuwe media
Slide 5 - Slide
Media
Meervoud van medium
Informatie overbrengen naar één of meer personen
Massamedia: Informatie naar heel veel mensen tegelijk.
Oude en nieuwe media.
Slide 6 - Slide
Oude media
Nieuwe media
Internet nodig?
nee
ja
Wie kan berichten plaatsen?
mede-werker
iedereen
Controle op berichten inhoud?
ja
nee
Kan je reageren op een bericht?
Nee
Ja
Kan je berichten delen?
nee
ja
Verschillen oude- en nieuwe media.
Slide 7 - Slide
Iedereen kan dus informatie op internet zetten. Dit wordt niet gecontroleerd. Waar moet je op letten?
A
Dat je alleen informatie moet gebruiken van online tv, radio en kranten.
B
Dat je informatie van het internet nooit moet gebruiken.
C
Of de informatie wel betrouwbaar is.
Slide 8 - Quiz
Sociale media vallen onder nieuwe media.
Hoe is de redactie op sociale media geregeld?
A
Op sociale media is helemaal geen redactie.
B
Op sociale media kunnen berichten achteraf door een redactie worden beoordeeld.
C
Op sociale media worden de berichten vooraf door een redactie beoordeeld.
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Video
Algoritmes
Algoritmes zijn berekeningen.
Alles wat je ziet of hoort op internet, wordt voor jou gefilterd door algoritmes.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Wat gebeurt er met jouw zoekresultaten als je Google gebruikt?
A
Google past de zoekresultaten aan aan jouw voorkeuren
B
Google laat zoekresultaten zien van dingen die jij nog niet eerder hebt gelezen
C
Google laat altijd dezelfde zoekresultaten zien
Slide 13 - Quiz
De algoritmes van het internet bepalen hoe jij de wereld te zien krijgt. Wat je leuk vindt, krijg je vaker te zien.
Dat betekent dus dat je ook heel veel dingen niet (meer) ziet.
Slide 14 - Slide
Wat wordt bedoeld met de filterbubbel?
Slide 15 - Mind map
De filterbubbel betekent dat op internet informatie voor jou wordt gefilterd. Je krijgt steeds meer dingen te zien die je toch al interessant of vindt.
Je ziet dan alleen nog maar wat er zich in je eigen bubbel afspeelt. Dat noemen ze de ‘filterbubbel.’
Slide 16 - Slide
Desinformatie
click-bait;
sensatie zoeken (hoax);
complottheorieën .
Slide 17 - Slide
Waaraan kan je desinformatie op WhatsApp herkennen?
A
In het bericht staat een oproep om iets te doen: bijvoorbeeld het bericht doorsturen of op een link klikken.
B
Het bericht belooft dat je een ketting krijgt als je het doorstuurt.
C
In het bericht staat dat je het bericht niet moet verwijderen.
Slide 18 - Quiz
Sociale media
Slide 19 - Slide
Welke sociale media gebruik je?
Slide 20 - Mind map
Iedereen kan plaatsen
er kan gereageerd worden
op de berichten
berichten van anderen kunnen
makkelijk gedeeld worden
Slide 21 - Slide
(on)handige berichten
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Wat is er 'niet handig' aan dit bericht van Boef?
Slide 24 - Mind map
Reclame
(Sociale) Influencers
Slide 25 - Slide
Koop jij wel eens iets nadat je het hebt gezien in een TikTok of Youtube fimpje?
Ja
Soms
Nooit
Slide 26 - Poll
Slide 27 - Video
web.microsoftstream.com
Slide 28 - Link
Reacties
De meeste berichten op sociale media zijn leuk en gezellig. Maar helaas niet allemaal. Er worden ook regelmatig 'haatberichten' gestuurd.
Slide 29 - Slide
Vergelijk jij jezelf / je leven wel eens met anderen op sociale media?
Ja
Nee
Ik heb geen leven
Slide 30 - Poll
Aan de slag
In de ELO staat de eerste dossieropdracht
Maak deze opdracht en bewaar deze goed!
Aan het einde van de peridoe moet je alle dossieropdrachten inleveren!