This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Periode 4: mediawijsheid
Slide 2 - Slide
Terugblik periode 1:
ICT-LRC, Word en infovaardigheden
Slide 3 - Slide
Hoe gaan we werken?
Lessen in LessonUp, dus actieve deelname.
Iedere les inloggen op https://lessonup.app (snelkoppeling)
Lesopbouw:
uitleg van onderdelen
vragen beantwoorden via lessonup
klassengesprek
Slide 4 - Slide
Aanmelden bij LessonUp
Ga naar de link in de email
of gebruik de klascode van jouw klas in LessonUp.app
1bd : klexg
1bf : ucyvu
1bg : aamnv
Slide 5 - Slide
Nieuwe media
Slide 6 - Slide
Media
Meervoud van medium
Informatie overbrengen naar één of meer personen
Massa media: Informatie naar heel veel mensen tegelijk.
Oude en nieuwe media.
Slide 7 - Slide
Oud
Nieuw
Nieuw
Oud
Oud
Wat zijn oude media en wat zijn nieuwe media?
Slide 8 - Drag question
Oude media
Nieuwe media
Internet nodig?
nee
ja
Wie kan berichten plaatsen?
mede-werker
iedereen
Controle op berichten inhoud?
ja
nee
Kan je reageren op een bericht?
Nee
Ja
Kan je berichten delen?
nee
ja
Verschillen oude- en nieuwe media.
Slide 9 - Slide
Iedereen kan dus informatie op internet zetten. Dit wordt niet gecontroleerd. Waar moet je op letten?
A
Dat je alleen informatie moet gebruiken van online tv, radio en kranten.
B
Dat je informatie van het internet nooit moet gebruiken.
C
Of de informatie wel betrouwbaar is.
Slide 10 - Quiz
Sociale media vallen onder nieuwe media.
Hoe is de redactie op sociale media geregeld?
A
Op sociale media is helemaal geen redactie.
B
Op sociale media kunnen berichten achteraf door een redactie worden beoordeeld.
C
Op sociale media worden de berichten vooraf door een redactie beoordeeld.
Slide 11 - Quiz
Het Internet
Wanneer is het internet geboren?
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Algoritmes
Algoritmes zijn berekeningen.
Alles wat je ziet of hoort op internet, wordt voor jou gefilterd door algoritmes.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Wat gebeurt er met jouw zoekresultaten als je Google gebruikt?
A
Google past de zoekresultaten aan aan jouw voorkeuren
B
Google laat zoekresultaten zien van dingen die jij nog niet eerder hebt gelezen
C
Google laat altijd dezelfde zoekresultaten zien
Slide 16 - Quiz
De algoritmes van het internet bepalen hoe jij de wereld te zien krijgt. Wat je leuk vindt, krijg je vaker te zien.
Dat betekent dus dat je ook heel veel dingen niet (meer) ziet.
Slide 17 - Slide
Wat wordt bedoeld met de filterbubbel?
Slide 18 - Mind map
De filterbubbel betekent dat op internet informatie voor jou wordt gefilterd. Je krijgt steeds meer dingen te zien die je toch al interessant of vindt.
Je ziet dan alleen nog maar wat er zich in je eigen bubbel afspeelt. Dat noemen ze de ‘filterbubbel.’
Slide 19 - Slide
Desinformatie
click-bait;
sensatie zoeken (hoax);
complottheorieën .
Slide 20 - Slide
Waaraan kan je desinformatie op WhatsApp herkennen?
A
In het bericht staat een oproep om iets te doen: bijvoorbeeld het bericht doorsturen of op een link klikken.
B
Het bericht belooft dat je een ketting krijgt als je het doorstuurt.
C
In het bericht staat dat je het bericht niet moet verwijderen.
Slide 21 - Quiz
Mediawijsheid
les 2 - Sociale media
Slide 22 - Slide
Opfrissen vorige les
Wat zijn media?
Wat zijn kenmerken van nieuwe en oude media?
Wat zijn algoritmes? En een filterbubbel?
Wat is desinformatie? Welke soorten zijn er?
Slide 23 - Slide
Media
Meervoud van medium
Informatie overbrengen naar één of meer personen
Massa media: Informatie naar heel veel mensen tegelijk.
Oude en nieuwe media.
Slide 24 - Slide
Oude media
Nieuwe media
Internet nodig?
nee
ja
Wie kan berichten plaatsen?
mede-werker
iedereen
Controle op berichten inhoud?
ja
nee
Kan je reageren op een bericht?
Nee
Ja
Kan je berichten delen?
nee
ja
Verschillen oude- en nieuwe media.
Slide 25 - Slide
De algoritmes van het internet bepalen hoe jij de wereld te zien krijgt. Wat je leuk vindt, krijg je vaker te zien.
Dat betekent dus dat je ook heel veel dingen niet (meer) ziet.
Slide 26 - Slide
Filterbubbel
De filterbubbel betekent dat op internet informatie voor jou wordt gefilterd. Je krijgt steeds meer dingen te zien die je toch al interessant of vindt.
Je ziet dan alleen nog maar wat er zich in je eigen bubbel afspeelt. Dat noemen ze de ‘filterbubbel.’
Slide 27 - Slide
Desinformatie
click-bait;
sensatie zoeken (hoax);
complottheorieën .
Slide 28 - Slide
Wat is het 'DeepWeb'?
Slide 29 - Mind map
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Wat is het verschil tussen het surface web en het deep web?
A
Als het lang duurt voordat je de informatie kunt vinden, staat het op het deep web
B
Op het surface web kan een zoekmachine de pagina indexeren, op het deep web niet
C
Het deepweb kan je alleen 's nachts gebruiken
Slide 32 - Quiz
Openbaar
Torbrowser
Verbergt identiteit van de gebruiker
Duistere zaken
Slide 33 - Slide
Lesstof in Digit
Slide 34 - Slide
Ga naar Mediawijsheid
Slide 35 - Slide
Les 2 Sociale media
Lezen, filmpjes kijken
en opgaven maken
Slide 36 - Slide
Huiswerk Digit-VO
Mediawijsheid
Les 2 thuis afmaken - (link staat in planner)
Slide 37 - Slide
Sociale media
Slide 38 - Slide
Welke sociale media gebruik je?
Slide 39 - Mind map
Iedereen kan plaatsen
er kan gereageerd worden
op de berichten
berichten van anderen kunnen
makkelijk gedeeld worden
Slide 40 - Slide
(on)handige berichten
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Video
Wat is er 'niet handig' aan dit bericht van Boef?
Slide 43 - Mind map
Reclame
(Sociale) Influencers
Slide 44 - Slide
Koop jij wel eens iets nadat je het hebt gezien in een TikTok of Youtube fimpje?
Ja
Soms
Nooit
Slide 45 - Poll
Slide 46 - Video
web.microsoftstream.com
Slide 47 - Link
Reacties
De meeste berichten op sociale media zijn leuk en gezellig. Maar helaas niet allemaal. Er worden ook regelmatig 'haatberichten' gestuurd.
Slide 48 - Slide
Vergelijk jij je leven wel eens met anderen op sociale media?