Voortplanting bij dieren

Voortplanting bij dieren
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Voortplanting bij dieren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

zaadcellen of sperma
Wat zijn dat?
A
hormonen
B
geslachtscellen
C
bloedcellen
D
urine

Slide 3 - Quiz

Welke soorten geslachtscellen heeft de mens?

Slide 4 - Open question

Wat is volgens jou geslachtelijke voortplanting?
timer
1:00

Slide 5 - Open question

Geslachtelijke voortplanting

Geslachtelijke voortplanting: twee geslachtscellen met elkaar versmelten.
Dit gebeurt bij meeste dieren die zowel een mannetje of een vrouwtje nodig hebben om zich voor te planten.

Slide 6 - Slide

Wat is volgens jou ONgeslachtelijke voortplanting?
timer
1:00

Slide 7 - Open question

ONgeslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting: geen geslachtscellen betrokken.
Ontstaat het nakomelingen gewoon uit een deel van de moeder! => klonen!
Deze dieren hebben dus geen andere dier nodig om zich voor te planten. Ze kunnen in hun eentje voortplanten

Slide 8 - Slide

Deze dieren hebben geen andere dier nodig om zich voor te planten. 

Ze kunnen in hun eentje voortplanten. 

Slide 9 - Slide

Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke  voortplanting
Sleep de teksten in de blauwe vakken naar het juiste rode vak.
Eicel en zaadcel versmelten met elkaar tijdens deze soort voortplanting
Nakomelingen zijn identiek aan de ouders
Geslachtscellen spelen tijdens deze soort voortplanting geen rol. 
Nakomelingen zijn niet identiek

Slide 10 - Drag question

Ongeslachtelijke voortplanting levert identieke nakomelingen op.
WAAR
NIET WAAR

Slide 11 - Poll

Bij geslachtelijke voortplanting zijn de nakomelingen kwetsbaar voor milieuveranderingen omdat ze allemaal hetzelfde zijn.
WAAR
NIET WAAR

Slide 12 - Poll

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 13 - Open question

Voortplanting bij dieren

Slide 14 - Slide

Bij honden vindt uitwendige bevruchting plaats.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Inwendige en uitwendige bevruchting

Omdat het eitje in het lichaam van het vrouwtje wordt bevrucht, noem je dit inwendige bevruchting

 Uitwendige bevruchting: waarbij het eitje buiten het lichaam van het vrouwtje wordt bevrucht; zoals bijvoorbeeld bij vissen.

Slide 16 - Slide

Inwendige bevruchting
Bij zoogdieren, vogels en reptielen vindt inwendige bevruchting plaats. 
De eicel wordt dus in het lichaam van het vrouwtje bevrucht.

Slide 17 - Slide

Uitwendige bevruchting
Bij veel soorten vissen en andere dieren wordt de eicel (of eitje) buiten het lichaam bevrucht. Dit wordt uitwendige bevruchting genoemd.

Slide 18 - Slide

1

Slide 19 - Video

01:35
Doen deze kikkers aan uitwendig of inwendige bevruchting?
A
Beide
B
Inwendige bevruchting
C
Geen
D
Uitwendige bevruchting

Slide 20 - Quiz

Uitwendige bevruchting

Bij een kikker legt het vrouwtje de eitjes in het water, het mannetje zit op het vrouwtje en bevrucht de eitjes zodra ze buiten het vrouwtje komen. 

Slide 21 - Slide

1

Slide 22 - Video

00:33
Kikkers kwaken om hun partner te lokken.
Meestal zijn het de mannetjes die kwaken. Hoe heet dit gedrag ook alweer?
A
conflictgedrag
B
prikkels
C
baltsgedrag

Slide 23 - Quiz

Broedzorg
Het verzorgen van eieren of jongen heet broedzorg. 

Dit verschilt per diersoort. 

Slide 24 - Slide

Doen kikkers aan broedzorg?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Kikkers
  • 7300 verschillende soorten kikkers
  • van de ongeveer 8270 soorten amfibieën behoort grofweg 88% tot de kikkers.

Slide 26 - Slide

Welke vorm van gedrag is dit?
A
Voortplantingsgedrag
B
Broedzorg
C
Baltsgedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 27 - Quiz

Niet alle dieren doen aan broedzorg.


  • Dieren die geen broedzorg vertonen, leggen vaak veel eieren.
  • Er gaan veel jongen dood.
  • Ze moeten zichzelf maar zien te redden. 

Slide 28 - Slide

2

Slide 29 - Video

00:32
jcgcghcgc
A
hjvmvhj
B
hjffvjh

Slide 30 - Quiz

Voortplanting bij dieren
1) Baltsgedrag:                  gedrag waarmee vrouwtjes en mannetjes elkaar lokken.
2) Broedzorg:                          het verzorgen van eieren en het voeren van de jongen.
3) inwendige bevruchting:         De eicel wordt in het lichaam van het vrouwtje bevrucht.
4) uitwendige bevruchting:         De eicel wordt buiten het lichaam van het vrouwtje bevrucht.


Slide 31 - Slide

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 32 - Open question

01:06
is er sprake van broedzorg?
JA
NEE

Slide 33 - Poll

Slide 34 - Slide