V6 19.3 20-11-2023

Welkom :)
Ga rustig zitten en pak je spullen erbij


en: hoe groot is de golflengte van een elektron?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom :)
Ga rustig zitten en pak je spullen erbij


en: hoe groot is de golflengte van een elektron?

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
19.2
dualiteit: impuls en het tweespleten experiment van Young

19.3
de golffunctie
de onbepaaldheidsrelatie van heisenberg

Slide 2 - Slide

Vandaag:
  • Eerst theorie. Goed luisteren + aantekeningen maken. vraag? hand opsteken
  • Checkvragen maken
  • Opdrachten maken. 
  • Controle & afsluiting

Slide 3 - Slide

Theorie 19.2 - elektronenmicroscopie
  • Bij een elektronenmicroscoop worden elektronen
    (golven) gebruikt in plaats van licht
  • Lage Energie Elektronen Microscoop gebruikt elek-
    tronen van 102 eV: het meet alleen de bovenste lagen
  • bij Transmissie Elektronen Microscopie (TEM) hebben
    de elektronen >10eV. ze gaan door het preparaat heen

Slide 4 - Slide

Theorie 19.3

Slide 5 - Slide

Golf & deeltjes: cont.
golf
deeltje
frequentie
energie
golflengte
impuls
amplitude
???

Slide 6 - Slide

Golf & deeltjes: cont.
golf
deeltje
frequentie
energie
golflengte
impuls
amplitude (2)
intensiteit (aantal)

Slide 7 - Slide

Waarschijnlijkheid
  • De waarschijnlijkheid is in kwadratisch verband met de amplitude van de golf.
  • Zo kunnen we de golffunctie, ψ, gaan definiëren 
Niels Bohr: 'god doesn't play dice!'

Slide 8 - Slide

Golffunctie
  • De golffunctie bestaat vaak uit een superpositie / golfpakket: een optelsom van meerdere golven samen 
  • Zo kan een functie een scherp bepaalde positie hebben (rechts), of een scherp bepaalde golflengte (links). allebei?
Met Fourieranalyse kun je een golffunctie 'ontbinden' in individuele golven

Slide 9 - Slide

Onbepaaldheidsrelatie
  • De onbepaaldheidsrelatie van heisenberg geeft een verband is tussen de positie, x, en de impuls, p, van een deeltje
  • de Δ geeft de onbepaaldheid (onderzekerheid) aan. 
  • Er zit dus een ondergrens aan hoe precies je kunt meten:
  • Je kan nooit exact de snelheid én de plaats weten!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Opdracht
Maak: 
19.2 - opdrachten 11, 16, 20 
19.3 - 27, 30
Uitdaging --> 32
Werkvorm: zelfstandig, tijd

Slide 13 - Slide

Opdrachten bespreken

Slide 14 - Slide

Huiswerk

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Vooruitblik volgende les
deeltje in een put!

Slide 17 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 18 - Slide

Klaar?
Moeilijke opdracht klassikaal, doorlezen, anders??

Slide 19 - Slide