Literatuurgeschiedenis 17e en 18e eeuw

Wie is in het Wilhelmus aan het woord?
1 / 19
next
Slide 1: Open question
Voortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wie is in het Wilhelmus aan het woord?

Slide 1 - Open question

De beginletters van de vijftien strofen van het Wilhelmus vormen de naam 'Willem van Nassau'. Hoe noemen we dit?

Slide 2 - Open question


Slide 3 - Open question

Philips van Marnix van Sint-Aldegonde wordt door velen gezien als dichter van het Wilhelmus. Hij schreef ook De Byencorf der H. Rioomsche Kercke. Wat wordt hierin vergeleken?

Slide 4 - Open question

De Byencorf was een allegorie. Wat houdt dit in?

Slide 5 - Open question

P.C. Hooft werd lid van een rederijkerskamer. Welke?

Slide 6 - Open question

Noem drie bekende werken van P.C. Hooft.

Slide 7 - Open question

Hooft werd beroemd om zijn emblematiek, poëzie en liederen. Wat houdt emblematiek in?

Slide 8 - Open question

Vondel had speciale belangstelling voor een toneelvorm. Welke?

Slide 9 - Open question

De tragedie Lucifer werd na twee voorstellingen verboden. Waarom?

Slide 10 - Open question

Een van de bekendste werken van Vondel is Gysbreght van Aemstel. Wat was het beroemde thema?

Slide 11 - Open question

Bredero werd bekend om zijn grappige werken. Hoe noemen we dit toneelgenre?

Slide 12 - Open question

Wat weet je over De klucht van de Koe?

Slide 13 - Mind map

In de 18e eeuw kwamen er moderne columnisten. Zij schreven satirische proza in tijdschriftvorm. Wat houdt dit in?

Slide 14 - Open question

Justus van Effen publiceerde het bekendste tijdschrift van de achttiende eeuw. Hoe heet dit tijdschrift?

Slide 15 - Open question

Wat beschreef Justus van Effen in de Hollandsche Spectator?

Slide 16 - Open question

Geheel volgens de wetten van de klassieke retorische geloofden veel genootschapsdichters ergens in. Waarin?

Slide 17 - Open question

Welke bekende briefroman schreven Betje Wolff en Aagje Deken?

Slide 18 - Open question

Waarom was deze roman zo vernieuwend in Nederland?

Slide 19 - Open question