Sonnet - De laatste brief
De wereld scheen vol lichtere geluiden
En een soldaat sliep op zijn overjas
Hij droomde lachend dat het vrede was
Omdat in zijn droom een klok ging luiden.
Er viel een vogel die geen vogel was
Niet ver van hem tussen de kruiden
En hij werd niet meer wakker want het gras
Werd rood, een ieder weet wat dat beduidde.
Het regende en woei. Toen het herbegon
Achter de grijze lijn der horizon
Het bulderen – goedmoedig – der kannonnen
Maar uit zijn jas, terwijl hij liggen bleef
Bevrijdde zich het laatste wat hij schreef
Liefste, de oorlog is nog niet begonnen.