Poëzie en toneel in de 17e eeuw
Literaire begrippen bij toneel
Dramatiek: toneel; toneelkunst
Mythe: niet historisch, wel religieus; verhaal over bovennatuurlijke gebeurtenissen. Hierin trachtte men onbegrijpelijke zaken te verklaren (bijv. hoe is de wereld ontstaan?)
Bij didactische teksten staat naast het verhaal de les centraal; spannende of ontroerende of grappige verhalen gecombineerd met morele lessen en algemene waarheden. Voorbeeld: De Spaanschen Brabander.
- de satire: de werkelijkheid/menselijke gedrag wordt bespot met humor.
- de klucht: grappig, soms grof toneelstuk; speelt bij de burgerij, telt meestal drie bedrijven, kent happy end.
- de tragedie: treurspel; speelt in hogere kringen, telt vijf bedrijven met reien (zang/muziek) tussen de bedrijven, vaak eenheid van tijd, plaats en handeling, met de hoofdpersoon loopt het slecht af.