Oefenen blok 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

Oefenen blok 4

bouwplannen

voorbeeld van een bouwplan.

wie of wat doet het?

wat gebeurt er

wanneer

waar

Jan en Evert

voetbalden

gisteren

in het park

c

Wat gebeurt er?	Wie?	Wanneer?	Waarheen?
Gaat

Wie?	Wat gebeurt er?	Wie?	Hoe?	Waarheen?
	breng

a

Onderwerp en getalproef

Schrijf het onderwerp op:
Jurre was op maandagavond met zijn vrienden aan het voetballen.

Hoe kan ik het onderwerp in de zin vinden?

Getalproef

• Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar. Ze zijn allebei enkelvoud of meervoud.

voorbeeld

De jongen loopt.	enkelvoud
De jongens lopen.	meervoud

4

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Getalproef

4

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Uit hoeveel woorden bestaat het onderwerp in deze zin?

Een leerling uit de brugklas overhandigt het afscheidscadeau.

Werkwoordspelling

Leg de regel van 't ex-kofschip uit.

Schrijf de persoonsvorm (vt) op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

De landingsbanen _________ (schitteren) in het zonlicht.

Schrijf de persoonsvorm (vt) op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

Hij __________ (willen) weten of het veilig was

Schrijf de persoonsvorm in de vt op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

Gisteren is het vliegtuig veilig op Schiphol __________(landen)

Schrijf de persoonsvorm (vt) op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

De leraar _________ (worden) boos omdat jij zo vaak afkeek

Schrijf de persoonsvorm in de vt op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

Hij _________ (hebben) nog even alle systemen en knoppen_______(testen)

Schrijf de persoonsvorm (vt) op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

Wij _________ (kopen) te veel chips voor het feestje.

Schrijf de persoonsvorm (vt) op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

‘Wij zijn geland,’ ________ (vertellen) hij de reizigers.

Schrijf de persoonsvorm (vt) op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

Hij ________ (praten) vriendelijk en geruststellend.

Meervoud van het zelfstandig naamwoord

Wat is het meervoud van hobby

Wat is het meervoud van schap

Wat is het meervoud van kluif

Wat is het meervoud van kanaal

Over Taal

Ik heb een goed ARGUMENT om te laat te komen

1. goed plan
2. goed idee
3. goede reden
4. goede manier

Mijn zus en haar vriendinnen fietsen AFZONDERLIJK naar school, ik ga gelukkig samen met mijn vrienden.

1. op een andere tijd
2. elk apart
3. alleen
4. gezamenlijk

Blaffende honden bijten niet.

Pieter koos het hazenpad

Lisa bekijkt alles door een roze bril

Als het kalf verdronken is, dempt men de put.

De mensen die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk.

Op de vlucht slaan.

Je ziet alles wat mooier dan het is.

Pas als er iets naars is gebeurd, wordt er iets aan het probleem gedaan.

Lezen

Een advertentie hoort bij het tekstdoel:

1. Overhalen
2. Amuseren
3. Informeren
4. Overtuigen

Wat is het tekstdoel?

1. Informeren
2. Overhalen
3. Uitleggen
4. Amuseren

Tekstvorm?

1. Nieuwsbericht
2. Blog
3. Advertentie
4. Recept

Het onderwerp van de tekst noteer je in:

1. Een paar woorden.
2. Een hele zin.
3. In twee of meer zinnen.

Welke leesmanier gebruik je bij de volgende vraag:

Wanneer is de finale van de Olympische Winterspelen?

1. zoekend lezen
2. grondig lezen
3. verkennend lezen