Kort en bondig formuleren
Wat is kort?
Maximaal 20 woorden in een zin.
Geen overbodige woorden gebruiken. Woorden als toch, nog, heel enzovoort kun je vaak net zo goed (of beter) weglaten:
De docent is heel slim. > De docent is slim.
Niet eindeloos uitleggen, maar alleen de hoofdzaken noemen: