pv, ond en gezegde

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 
  • Lezen
  • Lesdoelen
  • Aanmelden Lesson Up
  • Nakijken opdracht 1 t/m 4
  • Persoonsvorm spelle 
  • Evaluatie les
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Lezen 

Slide 3 - Slide

Lesdoelen Hoofdstuk 1 en 2 LEZEN
  • Ik kan de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde in een korte zin vinden.
  • Ik kan de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd goed spellen.
  • Ik kan de verleden tijd van sterke en zwakke werkwoorden goed spellen.

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm en onderwerp

Elke zin heeft een persoonsvorm (pv)

Een persoonsvorm is altijd een werkwoord

Er zijn 2 manieren om de pv te vinden

Slide 5 - Slide

Het onderwerp van een zin

De pv en het onderwerp horen bij elkaar.

Zonder de pv kun je het onderwerp niet vinden

1. Zoek eerst de pv uit de zin.

2. Stel dan de vraag: wie/wat + de pv = onderwerp


Slide 6 - Slide

Voorbeeld voor het vinden van het onderwerp

De oude man heeft lang geleefd.


1. zoek pv    heeft de oude man lang geleefd?      heeft = pv

2. Vul pv in, in de regel: wie/wat + pv


Wie/wat heeft?             antwoord: de oude man

                                                 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Zelfstandig werken

  • Maken opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 
  • Heb je een vraag? Steek je hand op!
  • Ben je klaar? Ga naar:
     Numo - Taken - Persoonsvorm, onderwerp, gezegde



Slide 9 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 10 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 11 - Slide