Woensdag 17 november

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
* Sprekersdoelen
* Zelfstandig aan de slag
* Evaluatie leerdoel

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
* Sprekersdoelen
* Zelfstandig aan de slag
* Evaluatie leerdoel

Slide 1 - Slide



Signaalwoorden van tegenstelling


Signaalwoorden van voorbeeld


Signaalwoorden van opsomming
zo
maar
en
ten eerste
zoals
toch

Slide 2 - Drag question

Samenvatting
A
Nadenken over wat het beste is.
B
Korte weergave van de belangrijkste inhoud van een tekst
C
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
D
Aangeven wat je aan iets hebt, hoe je het kunt gebruiken.

Slide 3 - Quiz

Signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

  door

  slecht

Slide 4 - Drag question

samenvatting
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen vandaag
Je begrijpt een helder gestructureerde voordracht, toespraak of les over een vertrouwd onderwerp.

Je maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken.

Je begrijpt noodzakelijke details.

Je verwoordt de bedoeling van de spreker(s) of het doel van de makers van een programma.

Slide 6 - Slide

Doel van een fragment of spreker
Niets wordt zomaar gezegd of uitgezonden. Het heeft een reden. Bij spreken noem je dit het spreekdoel. 
Als er wordt gevraagd naar het spreekdoel, dan geef je één woord als antwoord. 

Er zijn 5 spreekdoelen;
Informeren / Overtuigen / Activeren / Instrueren / Amuseren

Slide 7 - Slide

Hoofd- en bijzaken
In een gesproken tekst zijn de hoofdzaken het meest belangrijk.
Wat wordt er gezegd over het onderwerp?
Waar kun je de hoofdzaken vinden? 
Aan het begin van het programma. Vaak wordt dan al gezegd waar het over gaat en welke deelonderwerpen er aan de orde komen. 
Tijdens het programma zelf. Als er een nieuw deelonderwerp wordt behandeld. Of als er nieuwe stappen worden uitgelegd, bij bijvoorbeeld een instructie.
Aan het eind van het programma wanneer alle deelonderwerpen nog eens kort herhaald worden.

De bijzaken zijn minder belangrijk. Bijzaken bestaan meestal uit voorbeelden of extra uitleg. 

Slide 8 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Verder werken aan de doelen van Nederlands >
 portal > Blok 3 > Trede 13

Van het kopje kijken en luisteren maken >
- Doel
Klaar? > Verder werken aan het vak Nederlands of werk aan je eigen doelen

Slide 9 - Slide

Welke 5 spreekdoelen zijn er?

Slide 10 - Open question

Hoofd- en bijzaken.
Wat is een hoofdzaak eigenlijk?
A
Hoofdzaken geven de belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Hoofdzaken geven minder belangrijke informatie.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker
D
Hoofd- en bijzaken bestaan niet.

Slide 11 - Quiz

hoofdzaak
bijzaak
kernzin
functie van andere alinea's 
uitleg / voorbeelden
belangrijkste informatie
hierin staat de hoofdzaak / belangrijkste informatie
minder belangrijke informatie

Slide 12 - Drag question

Check out -vraag:

Ik weet wat hoofd- en bijzaken zijn in een tekst en ik denk dat ik ze kan herkennen in een tekst.
A
B
C

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Link