Uitscheidingsstelsel

1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

herhalen vorige les
Bloedvatenstelsel

Slide 2 - Slide


Waarom wordt de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop genoemd?
A
Omdat alle rode bloedcellen per omloop twee keer door het hart gaan
B
Omdat de bloedsomloop bestaat uit aders en slagaders
C
Omdat het bloed per omloop twee keer door het hart stroomt
D
Omdat het hart zuurstofarm en zuurstofrijk bloed vervoert

Slide 3 - Quiz

Welk bloedvat of welke bloedvaten heeft of hebben kleppen?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 4 - Quiz

Hoe heet bloedvat 1? En is dit bloedvat zuurstofarm of -rijk?
A
Longader - Zuurstofarm
B
Longader - Zuurstofrijk
C
Longslagader - Zuurstofarm
D
Longslagader - Zuurstofrijk

Slide 5 - Quiz

Een bloedvat voert bloed van de aorta naar de lever. Tot welktype bloedvaten behoort dit bloedvat?
A
Slagader
B
Haarvat
C
Ader

Slide 6 - Quiz

Doelen
  • Je kunt de onderdelen van het uitscheidingsstelsel benoemen.
  • Je kent de functie van het uitscheidingsstelsel.
  • Je kent een aantal vormen van uitscheiding.
  • Je weet wat Urine is.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Welk orgaan is geen uitscheidingsorgaan
A
Longen
B
Nieren
C
Maag
D
Huid

Slide 10 - Quiz

Tekst
Tekst
Uitscheidingsorganen
Koolstofdioxide en water
medicijnen
alcohol
afvalstoffen
Zouten
water
Water, zouten, overtollige vitaminen, afvalstoffen

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

nier
urineleider
blaas
urinebuis
niermerg
nierschors
nierbekken

Slide 14 - Drag question

Urine wordt gevormd en gaat naar?
A
de nierschors
B
het nierbekken
C
het niermerg
D
de urineleider

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Waarom krijgen vrouwen sneller een blaasontsteking dan een man?

Slide 21 - Open question

Bekijk de doelen hieronder!
  • Je kunt de onderdelen van het uitscheidingsstelsel benoemen.
  • Je kent de functie van het uitscheidingsstelsel.
  • Je kent een aantal vormen van uitscheiding.
  • Je weet wat Urine is.

Heb je ze bereikt?

Slide 22 - Slide

Huiswerk
  • Lezen paragraaf 4 uitscheiding
  • maken paragraaf 4 online
  • maken opdracht op biologiepagina.nl 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link