BOL 1 Lesweek 8: Herhalen TT verder met de VT

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Werkwoordspelling

   Werkwoordspelling

AAN DE SLAG!

Wat gaan we vandaag doen?

• Herhalen van de tegenwoordige en verleden tijd
• Werken in Nu Nederlands 1F/2F:

Spelling: 1.3 De persoonsvorm in de verleden tijd

Werkwoordspelling

1. Makkie, kom maar op!
2. Redelijk, ik maak af en toe een foutje
3. Niet zo goed, ik maak regelmatig een fout
4. Moeilijk, ik begrijp er niks van

werkwoordspelling tegenwoordige tijd

1. Hij zaagd het hout..
2. Hij zaagt het hout.
3. Hij zaagdt het hout.

werkwoordspelling tegenwoordige tijd

1. Hij onthoud.
2. Hij onthoudt.

werkwoordspelling tegenwoordige tijd

1. De oude man verstuurt de brief.
2. De oude man verstuurd de brief.

werkwoordspelling verleden tijd

1. Gisteren verhuisden we naar Groningen.
2. Gisteren verhuisten we naar Groningen.

werkwoordspelling verleden tijd

1. Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
2. Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis.

Spelling

t'exkofschip

Softketchup

Aan de slag!

Volgende les: 1.5 de voltooide tijd

Koppelcode:

58168