Werkwoorden TT en VT

Werkwoorden
Tegenwoordige tijd (herhaling)
Verleden Tijd
Voltooid Deelwoord

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoorden
Tegenwoordige tijd (herhaling)
Verleden Tijd
Voltooid Deelwoord

Slide 1 - Slide

Theorie 
Verleden tijd
Boek blz. 48 t/m 50

Voltooid deelwoord
Boek blz. 54 en 55

Slide 2 - Slide

Noem werkwoorden

Slide 3 - Open question

Wat is Tegenwoordige Tijd
A
iets dat is gebeurd
B
iets dat nu gebeurt
C
iets dat nog gaat gebeuren

Slide 4 - Quiz

De stam
Als ik de stam maak, haal ik de -en of de -n van het werkwoord weg. Dát noemen de stam.

Slide 5 - Slide

Maak de stam van NIEZEN

Slide 6 - Open question

De stam is niet altijd hetzelfde als de IK-VORM!
LOPEN:
De STAM is (lopen -en) lop
Ik moet het woord een beetje veranderen voor de IK-VORM:
Ik loOp!

Slide 7 - Slide

IK-VORM van NIEZEN

Slide 8 - Open question

Geleerd:
- hele werkwoord = infinitief
- infinitief -en/ -n = stam
- ik-vorm; soms moet ik de stam aanpassen
* klinker erbij (loop) of klinker weg (ga)
* een ik-vorm eindigt nooit op V of Z en dat veranderen we in 
F (graaf) of S (nies)
* de ik-vorm eindigt nooit op een dubbele medeklinker (bell)

Slide 9 - Slide

de JIJ-VORM
Jij loopt
Loop jij

Ligt aan de plek van jij in de zin!

Slide 10 - Slide

Huiswerk
Starttaal Online
1. 1F -- werkwoordspelling -- werkwoorden herkennen
2. 1F -- werkwoordspelling -- tegenwoordige tijd

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Verleden tijd
Geeft aan dat iets in het verleden zo was.

Ik sliep.
Hij fietste naar school.

Slide 13 - Slide

Zwakke werkwoorden
'te zwak om te veranderen'

Ik fiets - ik fietste
hij voetbalt - hij voetbalde

Slide 14 - Slide

Sterke werkwoorden
veranderen van klank in verleden tijd

ik ga- ik ging
zij zwemmen - zij zwommen

Slide 15 - Slide

'T SeXY FoKSCHaaP
De medeklinkers in dit woord heb je nodig voor het maken van verleden tijd. Als de laatste letter van de stam een van deze letters is, krijg je in de verleden tijd -te en -ten

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

hockeyen
Stam: hockey
laatste letter: y
Laatste letter is een medeklinker; nee
Regel van sexy fokschaap geldt niet en dus 'de'
HOCKEYDE

Slide 18 - Slide

stoppen

stam: stop
laatste letter; p
laatste letter medeklinker; ja
komt voor in 't sexy fokschaap; ja, dus te/ten
STOPTE

Slide 19 - Slide

oefenen
Maak opdracht 9, 10 en 11 in je boek
Bladzijde 50 en 51

Slide 20 - Slide

Voltooide tijd
'iets is afgerond'

meestal ge-/ be-/ ver- als begin
eindigt op 'd' of 't' (zwakke ww)

Slide 21 - Slide

Vul het voltooid deelwoord in

Slide 22 - Slide

(snorkelen)
Ik heb vlakbij de kust ......

Slide 23 - Open question

(schoppen)
Ik heb het ver ......

Slide 24 - Open question

(dammen)
Ik heb een wedstrijd ......

Slide 25 - Open question

(kneuzen)
Ik heb mijn enkel ......

Slide 26 - Open question

(trainen)
Ik heb mijn hond ......

Slide 27 - Open question

(koppen)
Ik heb de bal te hoog ......

Slide 28 - Open question

Huiswerk verleden tijd
Starttaal Online  1F  Werkwoordspelling  Verleden tijd – zwakke werkwoorden.

Starttaal Online  1F  Werkwoordspelling  Verleden tijd – sterke werkwoorden.


Slide 29 - Slide

Huiswerk voltooid deelwoord
Starttaal Online  1F  Werkwoordspelling  Voltooid deelwoord – zwakke werkwoorden.

Starttaal Online  1F  Werkwoordspelling  Voltooid deelwoord – sterke werkwoorden.

Slide 30 - Slide

Huiswerk gecombineerd
Starttaal Online  1F  Werkwoordspelling  Werkwoorden gecombineerd (incl. deeltoets).

Slide 31 - Slide