78e les

1 / 39
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

RAAM

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui,  c'est le vendredi 20 mei  
Bienvenue au cours de français!

Slide 3 - Slide

AUJOURD'HUI                         Vandaag
Iedereen stil, zodat we kunnen beginnen!

  • SO woensdag 25 mei  (U4 APP 1 t/m 5)
  • we oefenen voor de toets
  • Herhaal APP1, 2 en 4 voor maandag:  bingo 


Bij verstoring: 1 x waarschuwen, 2e keer eruit.

Slide 4 - Slide

APP 5: De ontkenning 
  • wat weet je nog? 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

APP 5: De ontkenning 

Slide 7 - Slide

NAKIJKEN op Classroom mapje antwoorden 
exercices 16C/2-3, 16D p. 131 et 132 16G p. 151
Schrijf in je schrift:
  • C'est  bien.    Ce n'est pas bien.  (Het is/ het is niet)
  • Ce sont des filles. Ce ne sont pas des filles.  (het zijn/ het zijn niet)
  • Je ne vais pas manger. (Ik ga niet eten.)

Slide 8 - Slide

 ALLER - GAAN 

Slide 9 - Slide

 ALLER - GAAN     Prononciation

Slide 10 - Slide

ALLER - GAAN
gebruiken om te zeggen wat je morgen gaat doen!  

  • Ik ga morgen Netflix kijken.
  • Je vais regarder Netflix demain.
  • aller  (vervoeging tegenwoordige tijd) + hele werkwoord

Slide 11 - Slide

Livre p. 131-132   
Tu fais les exercices 16C/2-3, 16D, 16G p. 151
 
Oefening 16C /3: De video bekijken is niet nodig. 
je kunt de zinnen zonder video vertalen.



Snel klaar?   Maak exercice 8E p. 125
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Livre p. 131   On corrige l´ exercice 16 C/2

  • 2
  • 1 Tu n’aimes pas le français ?
  •  Hou jij niet van Frans? / Vind jij Frans niet leuk ?
  • 2 Zoé n’est pas très malade.
  •  Zoé is niet heel ziek.
  • 3 Je ne vais pas inviter tous mes copains pour la fête.
  •  Ik ga niet al mijn vrienden uitnodigen voor het feest.

Slide 13 - Slide

Livre p. 131   On corrige l´ exercice 16 D -A

  • A
  • 1 Non, je ne danse pas dans un groupe.
  • 2 Non, ce n’est pas un prof sympa.
  • 3 Non, elle ne veut jamais écouter la musique de Stomae.
  • 4 Non, nous n’allons plus à la plage.

Slide 14 - Slide

Livre p. 131   On corrige l´ exercice 16 D -B

  • B
  • 1 Tu n’habites plus à Lyon.
  • 2 Mon frère ne va pas travailler.
  • 3 Vous n’allez pas à l’école ?
  • 4 Ce n’est jamais loin.
  • 5 Il ne veut rien apprendre.

Slide 15 - Slide

Livre p. 131   On corrige l´ exercice 16 G

  • 1 Non, je ne veux pas aller à Paris ce weekend.
  • 2 Non, elles ne vont pas vivre dans une ferme.
  • 3 Non, nous ne sommes pas amies / on n’est pas amies.
  • 4 Non, ce n’est pas tout près.
  • 5 Non, il ne va pas redoubler la sixième
  • 6 Non, elles ne dessinent pas les Pyrénées.
  • 7 Non, nous ne parlons jamais dans la classe.
  • 8 Non, il ne veut plus habiter dans un appartement. 

Slide 16 - Slide

8G  met wisbordjes
  • 1 ....  au restaurant avec tes parents?                        ga jij
  • Tu vas au restaurant avec tes parents. 
  • 2 ......à Toulouse demain.                                                de meisjes gaan
  • Les filles vont à Toulouse demain.
  • 3  .... chez ma tante Isabelle.                                        ik ga 
  • je vais


Slide 17 - Slide

8G  met wisbordjes
  • 4  Madame Perez, ....              souvent à la campagne?             gaat u
  • vous allez
  • 5   ......   un cadeau pour sa mère.                                              Amélie gaat zoeken
  • Amélie va chercher
  • 6  .......  un gâteau aux pommes.                                                wij gaan klaarmaken
  • Nous allons préparer / on va préparer


Slide 18 - Slide

Livre p. 125   exercice 8 E
We herhalen de werkwoorden op -ER 

  • 1 zij werkt
  • Elle travaille
  • 2 kijk u ? 
  • Vous regardez?
  • 3  luister je?
  • Tu écoutes
  • 4 Meneer Picard woont
  • Monsieur Picard habite

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Prononciation        l'alphabet    
  • 6 letters/ 6 lettres
    e, g, h, j, w, y

Slide 21 - Slide

L' alphabet             
  • Werk samen (in groep van 2 of 3)
  • Om de beurt gaan jullie je voornamen in het Frans elkaar spellen.
  • Schrijf eerst je  voornaam  op.  Onderstreep de letters  die in het Frans anders uitgesproken worden. 
timer
3:00

Slide 22 - Slide

Contrôle des devoirs                       APP4
Huiswerk check 

Slide 23 - Slide

Livre p. 120-122      Tu fais l' exercice 6 /1-11
Boek 




Snel klaar? Maak oefening 8E p. 125
timer
10:00

Slide 24 - Slide

Livre p. 124
On corrige  l'exercice 8B
  • 1 allez        Gaan jullie / gaat u vaak naar het platteland?
  • 2 va            Hij gaat naar de bioscoop met zijn vriendin.
  • 3 vas          Ga je lopend naar school?
  • 4 vont       Zij gaan samen naar het restaurant.
  • 5 vais         Ik ga fietsen.
  • 6 allons      ’s Zomers gaan wij altijd naar het strand.

Slide 25 - Slide

Livre p. 124
On corrige  l'exercice 8C
  • 1 je vais
  • 2 Elle va
  • 3 Vous allez
  • 4 Zazie et Enzo vont
  • 5 tu vas
  • 6 vous allez
  • 7 Tom va expliquer
  • 8 On va manger

Slide 26 - Slide

Livre         p. 120     On corrige l'exercice 5
Boek 
1
  • a in het centrum van Parijs
  •  b aan het strand

2
  • centre-ville, Paris, grande ville, magasins tout près
  •  la plage, la mer, faire du surf, été

Slide 27 - Slide

Livre         p. 120-122     On corrige l'exercice 6
Boek 
  • 4 a tegenover
  •  b op de hoek van
  • 5 a C
  •  b parce que = omdat
  • 6 A,   Plus tard, je veux habiter dans un petit village  ou à la campagne. 
  •  6D,   J'habite au-dessus du restaurant, au premier étage. 
  • 6De school is ver,   Mon collège est loin. 
  • 6de zee is haar tuin.  La mer, c'est notre jardin!

Slide 28 - Slide

Livre         p. 120-122     On corrige l'exercice 6
Boek 
  • 7 1 De zee is haar tuin. C'est logique: la mer, c'est notre jardin!
  • 7 2 Ze gaan surfen en interessante dingen zoeken op het strand.
    Nous allons faire de surf et nous cherchons des choses intéressantes sur la plage. 
  • 8 antwoord Nee, dat wil ze niet.  Non je ne veux pas. 
  •  reden Ze houdt niet van verkeer en het geluid in de stad.
    Je n'aime pas la circulation et le bruit. 

Slide 29 - Slide

Livre         p. 120-122     On corrige l'exercice 6
Boek 
  • 9 a school dichtbij / ver weg
  •   gaat lopend naar school / gaat met de bus naar school
  •   druk / rustig
  •   in de stad / aan het strand
  •   wonen in een flat / boven een restaurant
  •   in Parijs / in het zuidwesten
  •  b Ze wonen allebei op de eerste verdieping.

Slide 30 - Slide

Livre         p. 120-122     On corrige l'exercice 6
Boek 
  • 10 a het platteland
  •  b calme, la nature
  • 11 a je vais à pied
  •   nous allons faire du surf
  •  b je vais
  •   nous allons

Slide 31 - Slide

Livre         p. 120-122     On corrige l'exercice 6
Boek 
  • 12 a een nieuw groot winkelcentrum in Parijs
  •  b winkelen, uit eten, terrasje pakken
  •  c Près de mon collège, il y a un nouveau centre de shopping, il est énorme !  (regel 7-9/ Maël)
  • 13 Nee, want de restaurants sluiten op zondag om 20.00 uur, dus 20.30 uur is dan te laat.

Slide 32 - Slide

Les mots de APP 1 

Slide 33 - Slide

Les mots de APP 2

Slide 34 - Slide

Réponds à la question

Slide 35 - Slide

Faire des paires avec       APP 2 p. 141
Paren maken met    



Snel klaar?  Maak oefening 6/4-11 p. 120-122
timer
5:00

Slide 36 - Slide

Maandag : burgerschap
Gesprek met lid van Tweede Kamer tijdens Franse les
  • welke vraag wil je graag aan het lid van de Tweede kamer stellen?
  • Schrijf je vraag op. 
timer
5:00

Slide 37 - Slide

Hoe zeg je deze woorden in het Frans?
Schrijf de Franse vertaling in je schrift:
  • dol zijn op
  • een hekel hebben aan
  • houden van
  • liever hebben
  • maak een zin met : "Peter déteste .........(wiskunde)"
  • Peter déteste les maths. 

Snel klaar? Herhaal de woorden t.b.v. de repetitie. 
timer
5:00

Slide 38 - Slide

APP 3:     zelfstandig werken  
  • Exercice 8A- 6 page 91 
  • Exercice 8B      page 91 et 92
  • Exercice 8C      page 92

timer
1:00

Slide 39 - Slide