4H spelling les3 011018

di. 10 sept. - 5e uur
spelling

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

di. 10 sept. - 5e uur
spelling

Slide 1 - Slide

programma
  • huiswerkcontrole
  • nakijken opdr. 7 + 13 blz. 250 + 253
  • (extra uitleg import-werkwoorden?)
  • Oefen thuis met de opr. op blz. 246-253. Mail mij dan stuur ik je de antwoorden.
  • H2, paragraaf 1 --> leestekens
  • H2, paragraaf 2 --> hoofdletters
  • bij studieruimte lenen Dagen van gras

Slide 2 - Slide

import-werkwoorden
werken - faxen - racen - deleten 

Slide 3 - Slide

  • infinitief = werken
  • stam = werk
  • laatste letter stam = k
  • ik werk 
  • jij/hij/zij/u werkt
  • wij/jullie/zij werken
  • jij/hij/zij/u werkte
  • wij/jullie/zij werkten
  • wij hebben gewerkt
infinitief = faxen
stam = fax
laatste letter stam = x
ik fax
jij/hij/zij/u faxt
wij/jullie/zij faxen
jij/hij/zij/u faxte
wij/jullie/zij faxten
wij hebben gewerkt

Slide 4 - Slide

  • infinitief = werken
  • stam = werk
  • laatste letter stam = k
  • ik werk 
  • jij/hij/zij/u werkt
  • wij/jullie/zij werken
  • jij/hij/zij/u werkte
  • wij/jullie/zij werkten
  • wij hebben gewerkt
infinitief = racen
stam = rac
laatste letter stam = c
ik race 
jij/hij/zij/u racet
wij/jullie/zij racen
jij/hij/zij/u racete
wij/jullie/zij raceten
wij hebben geracet

Slide 5 - Slide

  • infinitief = werken
  • stam = werk
  • laatste letter stam = k
  • ik werk 
  • jij/hij/zij/u werkt
  • wij/jullie/zij werken
  • jij/hij/zij/u werkte
  • wij/jullie/zij werkten
  • wij hebben gewerkt
infinitief = deleten
stam = delet
laatste letter stam = t
ik delete 
jij/hij/zij/u deletet
wij/jullie/zij deleten
jij/hij/zij/u deletete
wij/jullie/zij deleteten
wij hebben gedeletet

Slide 6 - Slide

leestekens

Slide 7 - Slide

Welke leestekens ken je? Beschrijf ze in letters.

Slide 8 - Mind map

Wanneer gebruik je een komma?

Slide 9 - Mind map

Wanneer gebruik je een dubbele punt?

Slide 10 - Mind map

Wanneer gebruik je een puntkomma?

Slide 11 - Mind map

Wat is het beletselteken en wanneer gebruik je het?

Slide 12 - Mind map

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?

Slide 13 - Mind map

zelfstandig werken
maak opdracht 1 blz. 257

Slide 14 - Slide

bespreken opdr. 1
blz. 257

Slide 15 - Slide

hoofdletters

Slide 16 - Slide

zelfstandig werken
maak opdracht 4 blz. 258-259

Slide 17 - Slide

bespreken opdracht 4
blz. 258-259

Slide 18 - Slide

zelfstandig werken
maak opdracht 5 blz. 259

Slide 19 - Slide

huiswerk

  • do. 12/9: meenemen NN literatuur
  • ma. 16/9: maken opdr. 1 + 4 blz. 257-258 gewone boek

Slide 20 - Slide

Dagen van gras
Philip Huff

lenen bij de studie ruimte met schoolpas of leerlingnummer

Slide 21 - Slide