This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
do. 2 sept. - 4V3 - 4e uur
Terugblik eerste dag
Lesdoel
Introductie spelling
Opfrissen werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Hoe heb je de eerste lesdag in 4V gisteren ervaren?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Lesdoel:
Aan het einde van de les weet je weer precies hoe je elke werkwoordsvorm waarom wanneer op welke wijze moet spellen.
Slide 3 - Slide
Als je zorgvuldig werkt, hoeveel procent van de werkwoordsvormen schrijf je dan foutloos, denk je?
Slide 4 - Poll
Waarom behandelen we in 4V wéér (werkwoord)spelling?
Slide 5 - Open question
Werkwoordspelling
Eigenlijk is het heel simpel!
Er zijn (maar) zes typen werkwoorden: PV - GW - VD - OD - BN - INF
Als je weet hoe je die moet spellen, weet je alles!
Zet je schrap: het gaat heel snel, maar het is te doen, want: niet moeilijk & bekend!
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Even checken:
Slide 14 - Slide
Gisteren vergro...e ik de foto. (vergroten)
Slide 15 - Open question
De vergro...e foto heb ik ingelijst. (vergroten)
Slide 16 - Open question
Werkwoorden afkomstig uit het Engels
Slide 17 - Slide
infinitief = werken stam = werk laatste letter stam = k ik werk jij/hij/zij/u werkt wij/jullie/zij werken jij/hij/zij/u werkte wij/jullie/zij werkten wij hebben gewerkt
infinitief = mixen
stam = mix
laatste letter stam = x
ik mix
jij/hij/zij/u mixt
wij/jullie/zij mixen
jij/hij/zij/u mixte
wij/jullie/zij mixten
wij hebben gemixt
Slide 18 - Slide
infinitief = werken stam = werk laatste letter stam = k ik werk jij/hij/zij/u werkt wij/jullie/zij werken jij/hij/zij/u werkte wij/jullie/zij werkten wij hebben gewerkt
infinitief = racen
stam = rac
laatste letter stam = c
ik race
jij/hij/zij/u racet
wij/jullie/zij racen
jij/hij/zij/u racete
wij/jullie/zij raceten
wij hebben geracet
Slide 19 - Slide
infinitief = werken stam = werk laatste letter stam = k ik werk jij/hij/zij/u werkt wij/jullie/zij werken jij/hij/zij/u werkte wij/jullie/zij werkten wij hebben gewerkt
infinitief = deleten
stam = delet
laatste letter stam = t
ik delete
jij/hij/zij/u deletet
wij/jullie/zij deleten
jij/hij/zij/u deletete
wij/jullie/zij deleteten
wij hebben gedeletet
Slide 20 - Slide
Aan de slag:
Klassikaal opdr. 4 blz. 157. (Je hoeft de antwoorden niet op te schrijven.)