Hij is aan het
fietsten, aan het
kijken, zijn voeten, knieën, en benen
bewegen, hij is zijn evenwicht aan het
houden, hij is met zijn hoofd aan het
draaien, hij is aan het
fluiten, hij is aan het
ademen, aan het
slikken, zijn hart is aan het
kloppen, ….
Ik
ben, wij
zijn, ik
heb, jullie
waren enz.