Eindrijm: de rijmklanken staan aan het eind van de versregels:
Binnenrijm: binnen één versregel staan meerdere volrijmen:
Middenrijm: de rijmklanken staan in het midden van twee opeenvolgende regels, min of meer onder elkaar.
Voorrijm: aan het begin van twee opeenvolgende regels staan volrijmen:
Overlooprijm: het laatste woord van een versregel rijmt op het eerste woord van de volgende versregel: