In de tijd van Kronos is het leven aangenaam. De zon schijnt namelijk altijd, de wind waait altijd, rivieren stromen overal.
Prometheus kijkt eens de aarde rond: hij neemt en de rotsen en de bomen waar, hij neemt de rivier en de vlakte waar. Overal merkt hij dieren op: herten en slangen, bijen en vogels.